maandag 24 november 2008

ELF NOVEMBER (11 uur)

ELF NOVEMBER (11 uur)
Het einde van De Grote Oorlog! Pas veel jaren, veel boeken en veel vertellingen-uit-de-eerste-hand later ben ik de precieze betekenis van die tijd en van die datum gaan beseffen. Als kind leefde ik midden in De Verwoeste Gewesten. Ik groeide op, zonder dat te beseffen, in het laatste stukje Niemandsland waar de Commonwelth zo hardnekkig weerstand bleef bieden, om de ‘Ypres Saillant’ te behouden, de vooruitgeschoven kapotgeschoten martelaarsstad, die het slot op de knip was tegen de doorbraak der Duitse Pinhelmen. De plaatsnamen van nietige plaatsjes en uithoeken, drie huizen aan het kruispunt ‘De Broodseinde’ (Zonnebeke), de namen van de wijd verspreid liggende hofsteden vond ik later terug in Australische heldenverhalen, somtijds een beetje verwarrend, omdat ze in oorlogstaal een codenaam meekregen, zoals ‘Hill 62’, waar ik in ’s hemelsnaam het raden naar had waarom juist die heuvel nummer 62 was, en niet 61, of 63…tot een vrijgegeven Engelse stafkaart het grote geheim onthulde. De heuvel, met de hoogtelijn, 62 meter boven de zeespiegel…De Duitse benamingen klonken heel anders, bijna vertrouwelijker, huiselijker als het ware. Alhoewel ze over hetzelfde huis, dezelfde boom of dezelfde heuvelrug hadden. ’t Hemelrijk’ – of ’t Moorteltje’, die vertrouwde namen ontdekken in een nachtelijke patrouilleverslag, door mensen van de andere kant van de wereldbol: ’t doet vreemd bekend aan…want de beek die ze moesten innemen, ligt nog altijd op dezelfde plaats – en de Kurt, of de Hans, die het overleefd hebben, vertellen over dezelfde onmenselijke aanval, waar aan weerszij van de beek vele honderden doen en gekwetsten vielen….Want aan de overkant der beek was de Engelse Post, die op de Duitsers moest heroverd worden….En uitgerekend die bunker, later koestal, eenzaam in de wei, werd ooit ons geliefd speelterrein, toen wij, in WO II, daar soldaatje speelden….
De Franse, de Bretoense, de Canadese, de Ierse, de Australische gedenktekens overal verspreid in het landschap, waren voor ons merktekens van en uit een grote onbekende wereld, waarbij wij, als kind, ons afvroegen wat in ’s Hemelsnaam die daar waren komen doen…Want Duitse ‘memorials’ waren er niet. Het enige wat aan hun aanwezigheid herinnerde, waren de lage gedrongen merktekens tot waar hun voorste troepen ooit waren gekomen. Die logge afgeknotte kegels kwamen we zowat overal tegen, langs de gravé-veldwegen, weggezakt en half verdwenen onder het onkruid.
Er bestaat een klasfotootje van de gezamenlijke knechtenschool, in 1941 op wandel naar het Monument op ’t Wieltje, waar een bende kwajongens neergezeten op de toegangstrappen, gelaten het stilzitten ondergaat.(Ik was erbij) zonder te weten op dat ogenblik, dat hier ooit de eerste slachtoffers vielen van de Eerste van de zovele Duitse gasaanvallen – hier en een paar kilometer verder, waar aan ‘De Canadien’ tussen Langemark, Poelkapelle en Zonnebeke, het protserig Gedenkteken staat voor de gevallen Canadezen. En waar toen al, niemand meer wist van de 7-8.000 (?) Beierse universiteitsstudenten, die door het gas uit eigen rangen, dezelfde nacht sneuvelden als ze aan het front waren aangekomen….Alleen iemand die zich afvraagt, waarom het Duits kerkhof in Langemark, het ‘Studentenfriedhof’ noemt, verneemt dat…Die zomerse namiddag en die klasuitstap is mij bijgebleven, omdat Meester Albert ons van op die plaats de torens van Ieper kon aanwijzen, en aan de andere kant Herberg ‘Het Wieltje’, van waar ooit Nicolaas-de-Kanonier met een welgemikt schot de verblijfplaats van de Franse koning, die weer eens onze weefgetouwen was komen vernietigen (!), in puin legde. Prestatie waarvoor hij, na de overgave, voor de Koning werd geleid, waar hij, bevangen door grote vreze, geen straf ontving, maar als beloning aangesteld werd tot Hoofdkanonnier van het Franse Leger….
Sinds de aanleg van de A19 is het landschap grondiger gewijzigd dan door 4 jaar oorlog. ’t Wieltje’ blijft alleen bestaan in de volksmond, en voor wat ‘De Blok’ of ‘Het Kattekerkhof’ betreft: zelfs de mensen in de mooie nieuwe villa’s, die er wonen, zullen de oude benamingen waarschijnlijk liever niet meer gebruiken.
De levenden leven van de doden…Zeer toepasselijk voor dat beetje Vlaanderen, waar in de hospitaalbunkers naast het Kanaal (waar de Duitsers nooit zijn over geraakt) het gedicht ‘In Flanders Fields, where the puppies blow’ werd gedicht door Dr. John Mc Gray: vraag hoeveel gezinnen overleefd zouden hebben, na de bietenseizoenen in Vrankrijk, omdat er ‘ijzer kon geraapt’ (en verkocht) worden, of dat er ‘gediepgrond’ kon worden, met hetzelfde doel….Dat er af en toe ongelukken gebeurden (en nog altijd gebeuren!) met deze dodelijke munitie, tja, dat was een risico eigen aan het beroep….
Hypocriete Leiders, die jaarlijks van heinde en ver, onder de Menenpoort, ‘The Last Post’ komen aanhoren….Precies al 90 jaar: hypocrieten aller nationaliteiten, en vooral, wat al belse hypocrieten, die hun eigen kerkhoven bewimpeld, verstoken en verdoken laten…om des te meer mee te lopen met de toeristische industrie.
Nooit meer Oorlog! Wordt geroepen, en staat er in steen gebeiteld…Maar had men dan, na de oorlog, niet beter alle te herbegraven slachtoffers op één vredes-kerkhof bij elkaar kunnen brengen, in plaats van op afzonderlijke kerkhoven? Waar ze ten eeuwigen dage als vijanden van elkaar elk hun eigen bezoekers trekken? Their Names Lived for evermore. Known only by God. Deutschland muss leben,, weil wir sterben müssen…
Dit zijn weeral mijmeringen van onderweg, ergens van tussen Bologna en Firenze, toen we, na die lange koude week in het Noorden, onaangekondigd, terug in zomerse temperaturen, en in volle namiddagzon kwamen…
’Firenze’…zuchtte Zij-die-mijn-zorgen-deelt…’Firenze’– en ongewild kwam bij mij, bij die felle zonneschijn, le Roi Soleil voor de geest…. Want de zon, il sole, is mannelijk in Italië…En ik dacht: die Philippe Quatorze, die had waarschijnlijk nooit Firenze gezien, zoals het daar lag, in de palm van Gods Hand, verborgen in de glooiende heuvels van het rijke en welvarende Toscane…in een warme gloed, waarbij men zich kan afvragen, als nu de zon de stad belicht, of omgekeerd, dat de stad de zon belicht…..Moest hij dat, lijk wij, gezien hebben, hij zou beschaamd zijn zichzelf als Le Roi Soleil in de Geschiedenisboeken te zien verschijnen!
11 November aan het monument op ’t Wieltje (Ieper), Nicolaas-de-Kanonnier en de Franse Koning, le Roi Soleil en Firenze….Wat een mens, op één en hetzelfde moment, al niet bij elkaar kan dromen….

Geen opmerkingen: