vrijdag 12 december 2008

SI LA WALLONIE DEVENAIT FRANCAISE

SI LA WALLONIE DEVENAIT FRANCAISE
Meisjes en Jongens! Eens te meer een beetje Iskander, maar dan van de hand van ene Rik Torfs, die om een of andere reden bij mij niet (meer) in de bovenste schuif ligt. Maar de man schijnt dus toch uit het goede hout te zijn gesneden. Hij kan zelfs guitig zijn. Lees en geniet mee. Zelfs al komt het uit Le Standaer…________________________________________
La DOUCE FRANCE 11-12-2008 - Rik Torfs - de standaard
Op de cover van het Parijse weekblad Le Point staat in grote gele letters de volgende tekst: 'Si la Wallonie devenait française...' Het gaat om een mijmering. Let op de drie puntjes. Geen vraagteken. Omdat er van een echte vraag geen sprake is.
In het artikel komt onder meer de eeuwige rattachist Paul-Henry Gendebien aan het woord. Afkomstig uit een aloud Belgisch geslacht. Geboren in Hastière-par-delà op een paar kilometer van de Franse grens. In 1939. Bijna zeventig jaar is hij dus. Maar springlevend. Enthousiast. Want nu gaat het gebeuren. Gendebien voelt dat hij een afspraak heeft met de geschiedenis. Helaas is dat al jaren zo. Telkens weer wacht de oude gentleman met lichtjes mismoedige blik in de regen op zijn Franse geliefde. Een prachtige ruiker houdt hij krampachtig in zijn handen. O regen. O somberheid. Weinig dingen zijn even treurig als bloemen die vergeefs van hun wortels afgesneden zijn, en die langzaam verwelken zonder ooit aan iemand hun vluchtige schoonheid te kunnen tonen.
Want Wallonië wordt nog niet meteen een deel van Frankrijk. Dat blijkt alleen al uit de plaats die het artikel over onze Waalse vrienden in Le Point krijgt toegewezen. Het prijkt er in de rubriek 'monde', naast spannende verhalen over andere exotische landen zoals Pakistan en Thailand. Zoveel is duidelijk: Frankrijk houdt afstand. Het wil wel naar Wallonië kijken, op voorwaarde dat dit gebied rustig aan de andere kant van de wereld blijft liggen.
Zelfs de Walen die zich binnenkort Fransman willen noemen, vallen op door aarzeling en wankelmoedigheid. Zo ook Daniel Ducarme. Gewezen minister-president van het Brusselse gewest. Zijn belangrijkste verwezenlijking was zijn ontslag. Dat kwam er in 2004, nadat hij, een enkele uitzondering niet te na gesproken, vijf opeenvolgende jaren vergat zijn belastingsaangifte in te dienen. Ducarme ziet de toekomst van Wallonië rooskleurig in, en wel dankzij artikel 77 van de Franse grondwet. Daarin biedt la République overzeese gebieden onderdak aan voor zover ze de Franse idealen gestoeld op vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid genegen zijn. Frans-Polynesië maakte van deze optie gebruik. Waarom dan Wallonië niet? Oké, overzeese gebieden, dat klopt niet helemaal. Maar toch: pour les Wallons la même chose.
Hoe dan ook, de grote afstand tussen Wallonië en Frankrijk blijkt alleen al uit de landen die ertussen liggen, in alfabetische volgorde Pakistan, Polynesië en Thailand.
De verzuchtingen van Gendebien en Ducarme laten nog twee andere dingen zien. Vooreerst is er de ongelooflijke toevalligheid van het land waartoe iemand behoort. Identiteit is vaak meer toeval dan eigenheid. Wereldkaarten worden getekend met eenzelfde lichtzinnigheid waarmee huwelijken worden gesloten. Niet zo erg. Goed dat er nog lichtzinnigheid bestaat. Anders zouden wij misschien helemaal geen beslissingen meer nemen.
Vervolgens willen zowel Gendebien als Ducarme absoluut tot een groot land behoren. Enfin, groot. Frankrijk is groot voor een Franstalig land, maar het is kleiner dan China of de Verenigde Staten alwaar, toegegeven, de kennis van het Frans dan weer minder is ontwikkeld. Schandelijk, niet, dat laatste?
Zo herinner ik mij een kort nieuwsbericht uit 1981, toen ikzelf in Straatsburg woonde, een stad gelegen in Frankrijk, maar toch vooral in de Elzas. François Mitterrand was juist tot president van Frankrijk verkozen. Algemene euforie. Een beetje zoals vandaag met Barack Obama, hoewel die geen Fransman is, en geen socialist, ondanks alle verleidingspogingen van Caroline Gennez. Socialist was Mitterrand trouwens ook veel minder dan zijn kiezers. En dan zijn kiezers dachten dat hij was. Soit. Op een gegeven moment had Mitterrand zijn eerste ontmoeting met Ronald Reagan. Op de radio, die ik op mijn wat sombere kamer in de rue Louvois des middags beluisterde terwijl ik aan een ficelle met Bleu de Bresse-kaas knabbelde, werd gewag gemaakt van de wat moeizame gesprekken tussen de beide presidenten, car Monsieur Reagan ignore le français. Die Reagan toch. Nooit een boek gelezen, wisten we al. En nu ook nog eens het Frans niet machtig. Dat laatste kon van Mitterrand niet worden gezegd. Zijn Frans was vlekkeloos. Hij schreef er zelfs een paar boeken in, die op een heerlijke manier nergens over gingen. La paille et le grain bijvoorbeeld, uit 1975.
Ach, de arrogantie van de zogenaamde grote culturen. Kleine landen worden niet groot. En grote landen blijven klein. Toch een goede raad. Als de Walen tegelijk Belgen blijven, vinden buitenlanders hen lief. Want zij spreken Frans en worden verdrukt. Maar als ze plotseling het grote Frankrijk vervoegen, houdt niemand meer van hen. Want dan blijkt dat ze geen Engels spreken, en anderen verdrukken.
Als ik Waal was, zou ik non zeggen tegen la douce France.
Rik Torfs is hoogleraar kerkelijk

Geen opmerkingen: