donderdag 19 maart 2009

VEEL GELUK PROFESSSOR

„Zonder Bijbel geen Nederlandse cultuur”
18-03-2009 - red. itv. P. J. E. Chatelion Counet - reformatorisch dagblad
Met het uitspreken van een rede aanvaardt prof. mr. dr. P. J. E. Chatelion Counet vrijdag het ambt van bijzonder hoogleraar ”De Bijbel in de Nederlandse cultuur” aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). „Zonder de Bijbel bestaat er geen Nederlandse cultuur.”
Ondanks de ontkerkelijking, de secularisatie, is de invloed van de Bijbel op de Nederlandse cultuur nog altijd groot, stelt prof. Chatelion Counet. „De Bijbel, breder: het christendom, zit in onze genen en onze memen. Je merkt het bijvoorbeeld als er grote beslissingen genomen moeten worden: dan speelt de Bijbel vaak op de een of andere manier toch een rol. Je zou het een beetje kunnen vergelijken met een vulkaan.”
De bijzondere leerstoel aan de UvA, waarvan prof. Patrick Chatelion Counet (55) de eerste bekleder wordt (voor een dag in de week), is ingesteld door het Bijbels Museum in Amsterdam en wordt mede ondersteund door de NCRV. „Maar ik ben onafhankelijk”, haast de Nijmegenaar zich te zeggen. „Het is niet de bedoeling dat ik straks lippendiensten aan de een of ander ga bewijzen.” Wel zal hij in de toekomst adviseren rond nieuwe tentoonstellingen in het Bijbels Museum en zijn medewerking verlenen aan programma’s van de NCRV.
Uw naam doet een niet-Nederlandse afkomst vermoeden.
„Mijn voorouders waren, inderdaad, hugenoten uit Frankrijk. Eind zeventiende eeuw zijn zij naar Nederland gekomen. Daar hebben ze een poosje in de Waalse Kerk gezeten. Maar al in 1725 zijn hun kinderen weer katholiek geworden. En –wijzend naar de beeldjes in de woonkamer– dat ben ik ook. Ik zeg wel eens: als mijn voorvader dat toen hij in 1695 naar Nederland vluchtte had geweten, weet ik niet wat hij gedaan zou hebben. Overigens vind ik het mooi dat mijn rooms-katholieke overtuiging voor het Bijbels Museum en de NCRV, beide toch overwegend protestants, geen belemmering is geweest om mij op deze leerstoel te benoemen.”
Vooruitlopen op zijn oratie wil hij nog niet. Maar plannen heeft hij genoeg, zegt prof. Chatelion Counet, tot voor kort exegeet Nieuwe Testament in Nijmegen, alsook kerkrechter in opleiding. „Waar ik mij op ga concentreren, zijn de omslagmomenten in de Nederlandse cultuur. Momenten dus waarop de maatschappelijke verhoudingen ingrijpend veranderden. Welke rol heeft de Bijbel daarin gespeeld?”
Kunt u wat van die momenten noemen?
„Als ik heel veel geld tot mijn beschikking zou krijgen, zou ik vijf promovendi aan het werk zetten. De eerste zou zich gaan bezighouden met de periode rond 754, Bonifatius. Hoe heeft de Bijbel zijn plaats toen veroverd?
Een tweede omslagmoment is wat mij betreft 1477: de verschijning van de Delftse Bijbel. Deze Bijbel heeft een belangrijke rol gespeeld in de aanloop naar de Reformatie.
Dan 1778: het begin van de moderne historische kritiek op de Bijbel – die vooral het protestantisme sterk zal gaan beïnvloeden.”
Met een lach: „En als ik dan ook een rooms-katholiek omslagmoment mag noemen: 1965, het slot van Vaticanum II.”
„O ja. Die zou heel iets anders mogen gaan doen: onderzoeken hoe de parabel van de verloren zoon door de tijd heen op belangrijke momenten een rol heeft gespeeld in de literatuur. Opmerkelijk: als het existentialisme opkomt, krijgt deze parabel een existentiële inkleuring; in de feministische literatuur wordt hij feministisch uitgelegd; en in de laatste roman van J. F. Bernlef postmodernistisch. Maar, de concurrentie als het gaat om onderzoeksgelden is enorm. Ik zal straks blij zijn als ik één promovendus heb.”
Alweer enige tijd –sinds vorig jaar zomer– verzorgt prof. Chatelion Counet inmiddels colleges aan de Universiteit van Amsterdam. „Daarin geef ik een dwarsdoorsnede van de Nederlandse geschiedenis en de rol die de Bijbel daarin heeft gespeeld. In de schilderkunst, de literatuur, in bepaalde politieke ontwikkelingen, in de filosofie.” Belangstellende studenten komen „uit alle faculteiten: sociologie, geschiedenis, Neerlandistiek.” Op dit moment zijn het er zo’n 25. „Maar als het aan mij ligt, zitten er over een poosje honderden
Bron Iskander
Inderdaad, veel geluk, Professor. Ik wenste U niet alleen vele honderden studenten toe, maar vele honderden confraters! Om het met Bijbelse woorden te zeggen: de oogst is groot, maar de arbeiders zijn weinig.
En da nog iets. Ik ben ook voor godsdienstvrijheid, en zie verlangend uit naar de door de Islam-staten gesubsidieerde bouw van Christelijke kerken in die landen. In afwachting zie ik dus niet in waarom wij wel moskeeën bij ons subsidiëren.
Ten andere: in het Apenland zijn slechts 2 talen toegelaten in de publieke sector. Arabisch is daar niet bij. Het geeft dus gewoon blijk van burgerlijke gehoorzaamheid en respect voor de Wet, als in de moskeeën alleen N of Fr zou gepredikt worden.
Zodat leden van de Staatsvuiligheid, als ze al een moskee mogen/durven betreden tijdens ,de gebedsvieringen, vlot de staatsondermijnende zaken zouden kunnen vaststellen, zonder tolk.
Ik stel mij de Al Quada-top voor in hun airco-gekoelde woestijntent, of in hun marmeren paleizen, waar ze, getulband en gekleed in smetteloos witte gewaden de verslagen beluisteren van hun westerse spionnen. Daar zal bij momenten een schaterlach opstijgen van in Mekka tot bij Allah in de hoge hemel, wegens de ongelooflijke naïviteit van de ruggengraatloze Westerlingen…Hoe zij de koord waaraan ze worden opgehangen, zelf gesubsidieerd hebben….Waarlijk, Filip Dewinter: Inch’Allah! Allaah Akbar!

Geen opmerkingen: