vrijdag 19 juni 2009

BULDEREND SPEELT DE ZEE....

BULDEREND SPEELT DE ZEE…
Zijn gedicht ‘Storm’ schreef de Roeselaarse dichter Albrecht Rodenbach meer dan honderd jaar geleden. En Ach! waar is d’er Ouderen fierheid nu gevaren, en waar zijn ook de onzalige college-tijden waar er, als om prijskamp, gevochten werd om dit gedicht te mogen voordragen voor de wedstrijd ‘Declamatie’. De strijd ging niet zozeer over die heldhaftigheid, maar om de kortheid van het gedicht en de logische opbouw ervan. Eenmaal de beginverzen in je hoofd zaten, moest je maar gewoon denken wat er gebeurt met een wankele schuit als de storm hoogtij viert. Na meer dan een halve eeuw denk ik mezelf in staat te zijn het heldendicht te kunnen voordragen, met buiging vòòr en buiging nà, zelfs inclusief de opgelegde intonaties door leraar Veurnenaar Eerw.Heer Karel Leper, waar is de tijd! Hoog tijd dus om zijdelings deze prachtleraar te bedanken voor alles wat hij ondergetekende heeft bijgebracht: vurige Liefde voor Taal en Volk! En voor Schooheid!
(Buiging) Storm. Door Albrecht Rodenbach. (Buiging)

Bulderend speel de zee met ’t oude vaartuig.
Kalm manhaftig kamt de grijze zeeman met de storm.
Maar splijten,d ’t allekante vreeslijk kraken d’oude broze wanden.
‘Sloepen af – en vrouwen eerst’ gebiedt de held……

…en dan gaat het verhaal verder, tot de grijze zeeman uit het verhaal, nadat zijn bemanning gered is, ten onder gaat met zijn ‘vaartuig’, de armen om de mast geklemd…
Kijk, daar moest ik aan denken, toen ik het artikel van Yves Desmet, de Pauselijke Nuntius van de DM, deze morgen las in de DM : dat ‘vaartuig’, tuig om te varen dus, van Rodenbach, dat moet de ‘Belgica’ geweest zijn, die de Blauwvoet-vendelier als in een visioen, lang geleden, moet gezien hebben ondergaan. Met als heldhaftige stuurman, tot de laatste man aan boord, Sire Le Rwa. Alhoewel deze waarschijnlijk al lang met een Seeking-helicopter van boord zal geplukt zijn, zodat daar, eenzaam en verlaten, alleen nog plaats kan zijn voor Kardinaal Herman VanRompuy. Doek en Applaus! …
Waar zijn de toondichters onder ons, die de woorden van de Brabançonne kunnen switchen naar die van De Storm, zodat het Vaderland kan beschikken over een Volkslied aangepast aan de omstandigheden? Het afgeleverd werkstuk hoeft niet veel soeps te zijn, gezien de te verwachten korte levensloop.
Meisjes en Jongens, met bijna een ‘Magnificat’ (*) in mijn boezem (zoals U ziet werkt de college-romantiek nog altijd door) heb ik de woorden van Desmet herlezen! Hij zal ze wel niet met die bedoeling geschreven hebben (Ja?), maar zo ziet U dat de beste intenties al eens kunnen misbruikt worden…Geniet mee. Desnoods meerdere keren, tot het U daagt!

We gaan naar een situatie
waarin niemand nog ergens risico"s durft te nemen,
omdat niemand nog
electoraal iets op overschot heeft.

Heeft U gelezen wat ik gelezen heb? Als er niemand (van de kleurpartijen) nog electoraal overschot heeft, lees als ze allen samen onder de 50% zakken, dan is de Vlaams Separatistische kiezer baas in het land!
Een mens zou er euforisch door worden! Want op di eigenste ogenblik galmt de Mechelse beiaard droomverloren door mijn huis. Toeval of niet, maar deze CD, die de heimwee naar het Vaderland moet stillen, weerklinkt hier te pas en ten onpas! Het is maar één van de vele SD’s met heimatvolle beiaardklanken. Zelfs die van Sint Petersburg heb ik in huis, omdat de ziel van onze Oostfronters daarin weergalmt. Maar dat is een ander verhaal, dat ik bewaar als die van het AFF teveel met modder schieten…..
Er is echter nog altijd de kans, dat een leger paspoort-pelgen de wankele ondergaande Belgica met mankracht, desnoods door bij elkaar met tientallen op elkaars schouders te staan, naar de vaste wal sleept. Vandaar de annex onderaan dit artikel over de Klaagzangen van de Bijbelse Profeet Jeremias….Het o zo mooie Rorate Coeli, (**Want als nu zeer binnenkort Vlaanderens uur niet slaat…Ja, dan zal er niets anders opzitten dan weervoor een paar honderd jaar door de woestijn te trekken….Arm Vlaanderen!
Maar ondertussen, dank zij figuren als ‘Smetje’, houden wij de moed er in. Dat getuigt voor U vandaag :
André Baert

(*) ‘Magnificat anima mea Domine’ is bij de Christelijken het prachtig liturgisch lied dat uitdrukking geeft aan de blijde verwachting van de Maagd Maria, Moeder Gods, bij het bezoek aan haar nicht Elisabethn die op latere leeftijd in verwachting is geraakt. ‘Toen ik Uw boodschap hoorde’ – zingt Ze – sprong het kind dat ik ook draag van blijdschap op in mijn moederschoot’ – ‘ O wat ben Ik gelukkig dat de Heer zulke wondere dingen heeft gedaan met mij’….’Van nu voort zullen alle geslachten ter wereld Mij zalig prijzen’….
(**) Kijk, dit Loflied op de Schepper (Magnificat) heeft niets te maken met ‘gelovig zijn’ of ‘ongelovig zijn’. Het weerspiegelt een tijdloze schoonheid, zoals de Psalmen van David, of de Klaagzangen over de Ondergang van de Heilige Stad Jeruzalem, als de dichter kreunt: ‘Consolame, consolame, popolo meo, is het precies alsof we de wenende Profeet Jeremias zien zitten op een rotsblok, tussen de lichamen van zijn vermoorde stadsgenoten. ‘Dauwt, hemelen, dauwt de Gerechtige’…dat in het Gregoriaans gezongen, in donkere wintertijden, alle weemoed ter wereld oproept
Rorate coeli desuper, et nubes pluant iustum.
Ne irascaris Domine, ne ultra memineris iniquitatis:
ecce civitas Sancti facta est deserta:
Sion deserta facta est:
Ierusalem desolata est:
Wat ik, als analfabeet in de Latijnse Letteren, vrijelijk als volgt vertaal : Weest O Heer, niet vergramd in Eeuwigheid, want ziet, de Heilige Stede is troosteloos verlaten, en de verlatenheid van gans Sion is een feit : Jeruzalem is één troosteloze eenzaamheid....

Geen opmerkingen: