donderdag 18 juni 2009

DE SPOKEN IN BARTJES BUREAU

DE SPOKEN IN BARTJES BUREAU
Hotel Residentie Errera.
Eigendom of ingehuurd? Nog net niet het Koninklijk Paleis van de Coburgers, en ook niet Het Witte Huis. Heeft die Minister_President dan geen ambtswoning? Waren wij Vlamingen zo’n sukkelaars dat we ns zelfs geen ‘Kladeradatch konden permitteren? Of zijn we pas nu in de kosten gekomen, ter gelegenheid van de CVP ’overwinning’, als eerste stap naar het heraantrekken van de unitaire teugels? Errera! Iedereen schrijft er over als over Plopsaland, waar de gebraden kiekens U zo maar in de mond vliegen. Kostenplaatje? KomKom! Wie het breed heeft, mag het breed laten hangen!
Maar alla. Beter zo! Dan te moeten vergaderen in een achterzaaltje van De Glazen Koepel, die ik meer met een goede veranda vergelijk…Maar ja, over smaak mag er niet gediscussieerd worden….
Heb Bart DeWever daar bij ‘Errera’ gisteren avond op TV zien buitenkomen bij Bart Peeters. Wat heeft die man een lichaamstaal die soms wel erg contrasteert met zijn woorden….Hij doet me (want Bart is een historicus pur sang ikke ben maar een amateurke en hij veroorlooft zich ook eigenaardige historische beeldspraken) denken aan Koning Victor Emmanuele II, die Mussolini in audiëntie ontving de morgen nadat die nacht, na lange discussies, de Hoge Fascistische Raad hem, de Duce, van zijn functies had ontheven, en hij zijn ontslag dus aan het Staatshoofd moest aanbieden, wel in de veronderstelling dat ‘zijn vriend de Koning’, hem dat zou weigeren, en hem in al zijn glorie terug te herstellen. Maar hij wist niets van de achterkamer-akkoordjes die hem wel wilden….Toen de Koning dat ontslag aanvaardde, begon Mussolini hard en geweldig te tieren, waarop de Vorst slechts een woordje als antwoord had:’comediante’, waarop het geraas overging in gehuil en gejammer wat er nu met vrouw en kinderen stond te gebeuren. Weer was het antwoord van de Koning slechts één woord: ‘tragediante’…Bart kan, mijn inziens, best beginnen oefenen met zijn versie van dat verhaal! Al wens ik hem dat niet toe. Integendeel!
Deze kennis heb ik (het weze herhaald) uit een lijvig boek over het Italiaans fascisme, dat ik voor luttele Euro’tjes kon bemachtigen bij De Sleghte. Het boek ziet er tamelijk belezen uit. Ik zou bijna zeggen : alle gelijkenissen met levende personen is louter toevallig, en teveel lezen over het fascisme kan Uw gezondheid ernstig schaden…Ik begrijp die Italianen wel een beetje…..
Over die lichaamstaal van Bart kom ik later nog terug. Als het ‘regeringsprogramma’ vrijgegeven is….Want ik wens mij niet te baseren op de echo’s van uit de Madoutoren alleen. En de wijze commentatoren die ik gewoonlijk pleeg te raadplegen…zijn zich waarschijnlijk nog altijd aan het beraden. Tenzij er een consiggne zou uitgeschreven zijn. Wat mij niet eens zou verwonderen. De Tjeven, dat is toch de partij van luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden….Arm Bartje!
Nu wil het hebben over het beetje historiek in onderstaand artikel, over wijlen de Volksunie. Kwestie van een beetje het geheugen op te poetsen. Ik ben die Meneer Beyen dus dankbaar voor zijn ophelderingen, maar kan hem toch niet te best volgen over het Vlaams Blok/Belang, dat sedert zijn prilste bestaan nog geen millimeter van zij oorspronkelijke doelstelling is afgeweken (Een beter Vlaanderen door Onafhankelijkheid en inperking van de wilde immigratie), niet volgen dus dat het Vlaams Belang ineens het voorzetsel ‘xenofoob’ verdient. De herziening van het zo verguisde ‘70-Puntenplan’ van DeWinter is alleen een aanpassing aan de gewijzigde omstandigheden. Inderdaad! ‘Ze zijn er, en ze blijven er’!
Vreemdelingenvrees! is een irrationele en/of obsessieve angst voor vreemdelingen en/of buitenlanders, heb ik nogmaals opgezocht bij Wikipedia.
Mag ik Meneer er even op attenderen, dat de zichzelf o zo roemende ‘democratische’ partijen dik aan de grond liggen van deze uitvergrote vrees voor vreemdelingen? Moesten die echte democraten, die ze beweren te zijn, de Moaïst Gheysels op kop, onze mandatarissen, leden en sympathisanten als gewone menselijke tegenstanders behandelen, dan zou er heel zeker veel gematigder kunnen gecommuniceerd worden. Wat U doet, Meneer Beyen, is oorzaak verwarren met gevolg. Is niet zo snugger en o zo zo doorzichtig! Maar er is ander en beter argument. Op welke planeet leeft U eigenlijk, Meneer Beyen? Of bent u ziende blind en horende doof? U woont waarschijnlijk in een nette witte buurt, met veel gezonde lucht en veel groen en U leest waarschijnlijk geen nieuwsbladen. U komt waarschijnlijk weinig in het openbaar tussen de man in de straat, en U spreekt waarschijnlijk met niet veel (off the record of course) met politiemensen. U hebt geen weet van de gezamenlijke bevolking van onze Staatshotels. U weet niet dat we een crisis beleven nog erger dan de jaren ’30. U hebt geen kennis van lege sociale kassen, van torenhoge staatsschulden en van buikriem-intenties. U weet waarschijnlijk niet dat ‘Europa’ roept om nog eens 60.000.000 immigranten, om hier het leger werklozen te vergroten…U weet waarschijnlijk niet dat de leerkracht in onze scholen de wanhoop nabij zijn. U weet bijgevolg helemaal niet oudere dames, eenzaam aan het stuur in Brussel, een sexpop naast zich in de wagen meenemen als ‘passagier’, nadat ze zelf een stoere mannelijke klak op hun grijze haren hebben gedrukt – nadat ze verschillende keren werd beroofd. Om geen namen te noemen zal ik U maar niet verklappen dat het om de gevierde (xenofobe?) actrice Chris Lomme gaat…..Ofwel weet U dat allemaal even zo goed als iedereen, maar wordt U betaald om dat niet te zien, minstens om daarover niet te schrijven. Tenzij om de zegeningen van de multiculti aan te prijzen…Foei, in dat geval, Meneer Beyer. En als dat zo mocht zijn, laat ik in de toekomst die ‘Meneer’ weg, als ik het over U heb.
Meneer Beyen, U schreef niettemin een prachtig opstelletje, en U moogt mij echt niet ten kwade duiden dat ik uit mijn krammen schiet bij die onnozele beschuldiging dat ons Flamingantisme maar tweedehands is, omdat wij realist zijn…Al honderd jaar en meer wordt de stap-voor-stap politiek uitgeprobeerd, met als doodverzwegen nevenresultaat de fameuze ‘wafelijzer politiek’ die o.a. voor elke broodnodige cent in Vlaanderen een zelfde maar hopeloos nutteloze uitgave in Wallonië vereist. Voorbeelden zijn er té over. Of ziet U werkelijk het economisch nut in van een metro in Charleroi, de PS-sjoemelstad bij uitstek? We lezen er niet veel over, maar nochtans hij is er bijna….En eenmaal afgewerkt, zal Justitie aldaar ook wel weer wat overuren te doen krijgen…
Gisteren verzeilde ik ongewild, via Wikipedia op zoek naar Anne De Vries’ ‘Bartje’, om met deze vroegere volksheld (NL) vriend Bart DeWever een beetje te duvelen, bij ‘Arm Vlaanderen’ van P. Starcke (1914) Onderstaande lijnen zijn zo wat 100 jaar oud, maar O zo brandend actueel.
Ziet U de gevolgen van een tactiek van ‘stap voor stap’ ?
Veel leesgenot, Meneer Beyen. En O Ja, Bart DeWever zal, als historicus deze teksten wel kennen. Maar speel ze toch maar, bij gelegenheid eens door naar Kris Peeters. Zodat hij later niet kan zeggen :’Das habe ich nicht gewusst’….

Uit ARM VLAANDEREN van P. Stracke, omstreeks 1914


Wat de Vlamingen vroegen, werd hun stelselmatig geweigerd, wat ze eischten, werd onder den druk der omstandigheden, uit vrees voor erger, nooit goedsmoeds toegestaan, en dáárom, slechts half toegestaan, en tot een kwart of nog minder in de praxis verklungeld. Men heeft de onrechtvaardigheden, waaronder bukten alle Vlamingen, die verkozen zich zelven te zijn, niet alleen willen doen doorgaan als een rechtmatigen, heilzamen toestand, maar zelfs, als men die onhoudbare stelling opgeven moest, er voor gezorgd, door allerlei knepen en streken, dat die toestand feitelijk tòch bleef bestaan, of zoo weinig als het kon werd gewijzigd. Er is geen enkel van de argumenten, die men sedert 1856 in het veld voert, dat men in 1914, na zestig jaren dienst, als versleten aanschouwt. Men begint met te beweren dat het niet waar is datgene waarover we klagen, dan, dat het in alle geval fel door ons wordt overdreven, daarop, dat die toestand voor ons en iedereen, niettegenstaande zekere bezwaren, ook heel wenschelijke gevolgen moet hebben, daarenboven, dat zoo een toestand niet in een omzien kan worden omgezet, maar dat dit alles in geleidelijke ontwikkelingsphasen moet geschieden en dat het veel verstandiger is met weinig tevreden te zijn dan niets te verkrijgen, ten laatste, dat er nog hoogere belangen in het spel zijn, die de Vlamingen aanzetten moesten hunne eischen te laten varen, in te krimpen of te verdagen.
Dat wij in een overgangstijdperk zijn, en dus nog wat geduld moeten hebben, hoor ik al zeggen van af mijn twaalfde jaar, en als ik van-Gent naar Brussel reis met een bommel, of van Gent naar Antwerpen idem, wordt ik er altijd aan herinnerd door een treinwachter, die begint met te roepen bij 'n zeker station: Zevvenékène of Skellebellé en dan vertaalt: Zeuveneeke, Schalleballe en zijn ontwikkelingsprocédé besluit met een hardopklinkend: fini!
Hij, die de geschiedenis der Vlaamsche beweging bestudeert in de Staatsdokumenten of in een samenvattende studie door Katholiek. Liberaal, Socialist, in het Fransch zelfs geschreven, kan zijn oogen, zijn ooren, zijn verstand, zijn hart niet gelooven, als hij in verbeelding herleeft, wat er gezegd, geredeneerd, gedaan en misdaan werd, ja misdaan. Die onze beweging leert kennen zal dra inzien, dat de Vlamingen immer met nieuwe argumenten, uit den aard zelf der zaak, hunne eischen kwamen stijven, en dat de tegenpartij altijd met nevenbeschouwingen zich trachtte te redden. Hij, die dit verleden kent, zal dus beseffen, dat het doelloos is op dien weg voort te gaan want hij zal leeren, dat die versleten sofismen toch iederen keer hebben moeten wijken, vroeg of laat, voor de macht en de klaarte van het Recht en de Waarheid. Hij, die dat verleden kent, zal beseffen, dat het gevaarlijk wordt op dien weg voort te gaan, want dat die weg leiden kan tot gevolgen, die nog wat anders zullen verwekken dan tijdelijke ontevredenheid, over een onrechtvaardig verkregen en dus rechtmatig ontnomen bevoordeelde stelling, dat die weg kan leiden tot onherstelbare, rampvolle gevolgen, die men met recht en diep betreuren zal, als het dan maar niet te laat is.

(Voor wie het boek oleedig wil lezen, dan via http://www.digitalebibliotheek.be/tekst/stra007armv01_01/

Maar nu eindelijk het woord aan Marnix Beyen. Denk aan mijn voortgeschopt blikje Coca Cola…..

De postume revanche van Lode Claes
10-06-2009 - Marnix Beyen - de morgen
Zal de N-VA in de regering stappen of niet? Zo luidt een van de centrale vragen bij de komende coalitievorming op Vlaams niveau. Marnix Beyen (Universiteit Antwerpen) ziet het Egmontspook opdoemen voor de ogen van Bart De Wever.
In zijn eerste reactie op de verkiezingsuitslagen feliciteerde Patrick Janssens stadsgenoot Bart De Wever omdat hij de Vlaams-nationale traditie weer in een democratische richting heeft gestuurd. Een mooier compliment had De Wever zich niet kunnen dromen. Vanaf het prille begin is De Wevers politieke streven er immers op gericht de wind uit de zeilen te halen van een partij die zijn geliefde Vlaams-nationalisme koppelt aan xenofobe oprispingen en simplistisch populisme. Dat hij daar nu glansrijk in geslaagd is, vormt voor de linkerzijde in Vlaanderen het enige lichtpunt van de voorbije stembusgang. Janssens' compliment was dus zeker op zijn plaats.
Wie later op de verkiezingsavond naar het grote kopstukkendebat keek, kon zich nochtans de vraag stellen waar precies het verschil tussen Dewinter en De Wever moet worden gesitueerd. Het gaat over "onze welvaart en ons welzijn", zo benadrukte De Wever, waarmee hij de verkiezingsslogan van het Vlaams Belang - 'Dit is ONS land' - leek te echoën. Ook los van die stilistische overeenkomst verschilden de diagnoses van de twee Antwerpse Vlaams-nationale kopstukken nauwelijks van elkaar. "Alles is staatshervorming", zo vatte Dewinter die diagnose samen toen Mieke Vogels het tegendeel trachtte te beweren. De Wever kon dat alleen maar bevestigen. Reden om met elkaar in de clinch te gaan was er dus niet.
Die vaststelling moet ons niet doen twijfelen aan De Wevers oprechte democratische gezindheid, maar wijst eens te meer op de 'gelijkoorspronkelijkheid' van het Vlaams Belang en de Nieuw-Vlaamse Alliantie. De verkiezingsuitslag van zondag lijkt meer bepaald een revanche te betekenen voor een strekking die eind jaren zeventig mee aan de wieg stond van het Vlaams Blok, maar die al gauw haar vaderschap over de partij moest opgeven. Aanvankelijk was dat Blok een kartel tussen twee kleine partijen die allebei in het najaar van 1977 waren opgericht uit onvrede met de door de Volksunie gevaren koers tijdens de onderhandelingen over het Egmontpact. Behalve de Vlaams-Nationale Partij van Karel Dillen was dat de Vlaamse Volkspartij van advocaat en Volksuniekopstuk Lode Claes. Van meet af aan bestond er een groot verschil tussen beide partijen. De Vlaams-Nationale Partij was openlijk separatistisch, de Vlaamse Volkspartij bood onderdak aan zowel separatisten als mensen die, zoals Claes, in het Belgische kader meer macht wilden voor Vlaanderen. Bovendien betrok de Vlaams-Nationale Partij een xenofoob antimigrantendiscours bij haar nationalisme, terwijl de Vlaamse Volkspartij veeleer een ethische wedergeboorte van het Vlaamse volk voor ogen had.
Bij de verkiezingen van december 1978 bleek de electorale aanhang van de eerste strekking de grootste. De Vlaams-Nationale Partij slokte de radicalere elementen van de Vlaamse Volkspartij op en ging voortaan door het leven als Vlaams Blok. Voor de traditioneel Vlaamsgezinde krachten binnen de Vlaamse Volkspartij en hun erfgenamen volgde een lange tocht door de woestijn. Dat was paradoxaal, aangezien zij ongetwijfeld het 'zuiverste' verzet tegen het Egmontpact hadden belichaamd. Hoewel sommigen zich bleven engageren in het Vlaams Blok of de Volksunie voelden zij zich er hoogst ongemakkelijk. Noch met het populisme van het Vlaams Blok, noch met de 'laffe compromispolitiek' en de progressieve koers van de Volksunie konden zij zich identificeren. Claes zelf onderhield vooral contacten met de rechts-flamingantische vleugels van de traditionele partijen, maar kon nooit meer een rol op de voorgrond spelen.
De actuele communautaire crisis - minder virulent maar minstens zo fundamenteel als de Egmontcrisis - geeft deze strekking de kans haar autonome plaats op te eisen naast het Vlaams Belang. Dat is niet alleen De Wevers verdienste. Het toont vooral hoezeer de maatschappelijke context in de tussenliggende drie decennia is gewijzigd. Meer bepaald getuigt het van de enorm toegenomen welvaart, waardoor de publieke opinie nu meer dan toen wordt beheerst door een gegoede middenklasse. Voor die middenklasse houdt de huidige economische crisis geen acute dreiging in, maar veeleer een belemmering voor haar volledige ontplooiing. In die context krijgt de zoektocht naar concreet zichtbare zondebokken minder kans. De immigrant kan nog als een cultureel probleem worden ervaren, maar bezwaarlijk als een sociaaleconomische indringer. Wat wel gedijt in deze context van welvaart is kritiek op een systeem dat potentiële welvaartstoename belemmert.
Het verhaal van de Belgische staat die het Vlaamse volk wurgt, doet daarbij uitstekend dienst. Het is een verhaal dat toekomstgericht en rationeel klinkt, en zich dus onttrekt aan versleten clichés van het romantische flamingantisme. Niettemin kan het bogen op een rijke Vlaams-nationale traditie, die teruggaat tot Lodewijk de Raets analyses van de Vlaamse 'volkskracht' bij het begin van de twintigste eeuw. Dat hij die dualiteit perfect aanvoelt én strategisch uitbuit, verleent De Wever op dit ogenblik het mentale marktleiderschap binnen de Vlaams-nationale traditie en stelt hem in staat die traditie voor de buitenwereld onverdacht te maken. Dankzij die politieke feeling kan hij electoraal garen spinnen bij zijn geslaagde optredens in populaire tv-programma's zonder de traditionele Vlaams-nationale achterban van zich te vervreemden. Daar had Lode Claes alleen van kunnen dromen.
De huidige triomf van de N-VA kan dus worden geïnterpreteerd als de succesvolle poging van een traditioneel maar geactualiseerd Vlaams-nationalisme om de politieke erfenis van de anti-Egmontmobilisatie weer op te eisen, nadat zij drie decennia werd gekaapt door een xenofobe partij. Daarmee heeft De Wever de postume moord op zijn politieke mentor, Hugo Schiltz, voltrokken. Maar uitgerekend daardoor wordt de vraag naar de mogelijke regeringsdeelname van de N-VA zo'n beladen thema. De ironie van de Vlaams-nationale geschiedenis wil immers dat dit succes de partij automatisch opnieuw met het grote Egmontdilemma confronteert: moet zij de macht mee in handen nemen om haar programma te verwezenlijken of kan zij beter haar geloofwaardigheid behouden door vanaf de zijlijn harde oppositie te voeren? De angstvalligheid waarmee De Wever maandagavond benadrukte dat hij alleen in een regering wil zetelen als hij zijn hele programma kan realiseren, getuigt daarvan. Dat hij zich na zijn gesprek met Peeters gematigder uitliet, geeft dan weer aan dat hij bereid is de spoken van het verleden los te laten en het verschil tussen vandaag en de Egmontperiode ten volle te erkennen.
De onderhandelingen die nu voor de deur staan, moeten immers geen nationale maar een regionale regering tot stand brengen. Het behoort niet tot de bevoegdheid van zo'n autonome regering om een staatshervorming te forceren, wel om binnen de bestaande kaders en in overleg met coalitiepartners een regionaal beleid te voeren. Als de partij vindt dat die kaders ontoereikend zijn, dan moet zij nu duidelijk kiezen voor de oppositie, anders moet zij zich constructief opstellen in de coalitieonderhandelingen. Wie op dit ogenblik het politieke leven destabiliseert met harde eisen tot een verdere staatshervorming maakt oneigenlijk gebruik van de regionale verkiezingen en dient Vlaanderen zeker niet. Maar ook dat lijkt de op één na slimste mens ter wereld te hebben begrepen.
Bron Iskander
O ja, die spoken in Barts bureau….dat heeft U dus al gehad…Van
André Baert.

Geen opmerkingen: