donderdag 23 juli 2009

VREEMDELINGEN UND KEIN ENDE


VREEMDELINGEN UND KEIN ENDE

De gebreken van asiel en migratie

Dit is de tweede 'eenmalige' regularisatie sinds 1999, dus waarom zou er geen derde komen? Bovendien zal dit verhaal zich herhalen, tenzij de regering ook bereid is tot andere ondersteunende maatregelen, om een duurzame lokale verankering in de illegaliteit te voorkomen.
Dirk Vanheule mist omvattend migratiebeleid van federale regering, en vreest cyclische regularisatie. Vanheule doceert migratierecht aan de Universiteit Antwerpen.


Na een maandenlange patsituatie kwam de regering-Van Rompuy in het weekend met een akkoord over het regularisatiedossier. Volgens Dirk Vanheule blijven veel vragen onbeantwoord. 'De instructie brengt geen alomvattend en innovatief humanitair migratiebeleid. Regularisaties dreigen een cyclisch gebeuren te worden.'

De invulling van het federale regeerakkoord over de verblijfsregularisatie van vreemdelingen is er. Zij neemt de vorm aan van een 'instructie' in plaats van de inmiddels negatief beladen term 'rondzendbrief'. Inhoudelijk doet zij hetzelfde: zij legt de principes vast die de federale overheid zal hanteren bij de behandeling van verblijfsaanvragen van al in België verblijvende vreemdelingen.

Brengt deze instructie de langverwachte klaarheid in het duister? Een eenduidige visie op het migratie- en regularisatiebeleid vindt men in deze technische tekst niet terug. Sommige maatregelen zijn permanent, terwijl andere beperkt zijn tot personen die op een bepaald ogenblik in het verleden al in België verbleven. Voor de zeer diverse groep van 'sans papiers' - gaande van de onwettig verblijvende migrant die hier enkele maanden is, tot de afgewezen asielzoeker die hier al jaren verblijft - brengt de instructie geen alomvattend en innovatief humanitair migratiebeleid. Wat voorligt dreigt daarentegen regularisaties tot een cyclisch gebeuren te maken. Het is bovendien de vraag of deze instructie de zekerheid brengt waar velen de voorbije maanden naar snakten.

Meer transparantie
Toegegeven, de instructie bevordert de transparantie van het migratiebeleid door de bevestiging van een aantal bestaande praktijken. Zo kunnen asielzoekers die op de vlucht zijn voor vervolging bij het langdurig aanslepen van de asielprocedure voor de asielinstanties een gewone verblijfsmachtiging krijgen van de minister. Ook de regularisatie van bepaalde vormen van gezinshereniging in overeenstemming met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens of het Kinderrechtenverdrag, is in wezen niet innovatief.

Het meest ophefmakend zijn echter de passages over de vreemdelingen 'met een duurzame lokale verankering in België' die in de periode van 15 september tot 15 december in een eenmalige procedure een aanvraag kunnen indienen. Deze procedure staat in de eerste plaats open voor vreemdelingen die minstens vijf jaar ononderbroken in België verblijven en die voor 18 maart 2008 een wettig verblijf hadden of een geloofwaardige poging ondernamen om dat wettig verblijf te bekomen, en in de tweede plaats voor vreemdelingen met een ononderbroken verblijf sinds 31 maart 2007 die een arbeidscontract voorleggen, op basis waarvan zij een arbeidskaart kunnen bekomen. De vermelding van deze data moet aanvragen door vreemdelingen die voordien niet in België verbleven uitsluiten, en zo een aanzuigeffect als gevolg van het regeerakkoord vermijden.

Beide categorieën moeten bovendien duurzame lokale verankering bewijzen aan de hand van een geheel van feitelijke elementen: sociale banden in België en de schoolloopbaan en inburgering van de kinderen, kennis van een van de landstalen of alfabetiseringscursussen, werkverleden, werkbereidheid en jobkwalificaties en -competenties, uitzicht op werk en/of voorziening in het eigen levensonderhoud.

Met het criterium van de duurzame lokale verankering organiseert de instructie zeker geen algemeen pardon voor al wie op dit ogenblik onwettig in België vertoeft. Zij is beperkt tot personen die al langer onwettig in België verblijven, geen gevaar vormen voor de openbare orde en geen manifeste fraude hebben gepleegd. Maar dit akkoord doet wel de logica van de verblijfswetgeving - wie illegaal verblijft moet vertrekken en kan uit dat illegale verblijf geen rechten halen - wijken voor een vaststelling en de daarmee verbonden humanitaire bekommernis: na verloop van drie tot vier jaar wordt het, omwille van de inbedding van hun sociale en economische leven hier, moeilijk om deze personen nog naar hun land van herkomst te doen terugkeren. Door hun verblijf in België verder te gedogen, zo kun je redeneren, heeft de overheid zélf oogluikend de verankering mogelijk gemaakt. Diezelfde redenering geldt minder ten aanzien van wie hier 2,5 jaar verbleef en uitzicht heeft op arbeid, zonder dat als voorwaarde ooit een wettig verblijf is gesteld. Het economische argument van de (toekomstige legale) tewerkstelling en van de zelfredzaamheid behaalt hier de overhand.

Geen definitieve oplossing
Er is geen reden om aan te nemen dat deze situaties zich in de toekomst niet opnieuw zullen voordoen. Een belangrijke tekortkoming van het bereikte akkoord ligt in het feit dat het slechts één aspect van het migratiebeleid (regularisatie) regelt, maar andere vragen (in het bijzonder het verwijderingsbeleid), onbeantwoord laat. Vreemdelingen die nu niet aan de voorwaarden voldoen, zullen later een ononderbroken verblijf van 5 of 2,5 jaar opbouwen en zullen hetzelfde argument inroepen, dat duurzame verankering de bovenhand moet krijgen. De waarschuwing aan hun adres dat dit een eenmalige regularisatie is en dat zij dus niet meer in aanmerking zullen komen, maakt weinig indruk. Dit is de tweede 'eenmalige' regularisatie sinds 1999, dus waarom zou er geen derde komen? Bovendien zal dit verhaal zich herhalen, tenzij de regering ook bereid is tot andere ondersteunende maatregelen om een duurzame lokale verankering in de illegaliteit te voorkomen. Een grondige herziening van onder meer de complexe verblijfswetgeving, het tijdrovende administratieve vergunningen- en beslissingenstelsel dat voor zowel de overheid als de vreemdeling nefast werkt en het weinig performante verwijderingsbeleid dringt zich op. Zoniet zullen we over een aantal jaar opnieuw geconfronteerd worden met het falen van het immigratiebeleid dat niet kan opwegen tegen de humanitair precaire situatie van de vreemdeling die toch in het land verbleef.

Daarbij moet men zich ook geen illusies maken. Zelfs met het meest efficiënte immigratiestelsel denkbaar in een democratische rechtsstaat, zullen er steeds vreemdelingen voor langere tijd onwettig in het land blijven en op een gegeven moment een duurzame verankering laten gelden. De huidige instructie biedt geen oplossing voor hun situatie. Het staat de minister echter vrij om ook in hun geval op basis van zijn discretionaire bevoegdheid hun verblijf te regulariseren. Voor de geloofwaardigheid van een immigratiebeleid mag deze groep evenwel niet uitgroeien tot een structurele vorm van migratie.

Dubbelzinnige criteria
Tweede heikel punt van de instructie: de concrete invulling van de 'duurzame lokale verankering'. Of de genoemde criteria meer zekerheid verschaffen is twijfelachtig. Volgens de instructie mag de minister zich niet laten leiden door één factor, het relatieve gewicht van elk van de factoren is evenwel onduidelijk. Kwantificering van deze criteria is moeilijk. De discussies over het puntensysteem in een eerder voorstel hebben dit bewezen. Maar de compromisoplossing die nu voorligt laat een invulling volgens twee onderscheiden visies op migratie mogelijk. Door meer de nadruk te leggen op sociale banden en inburgering, is er sprake van een sociale regularisatie: de vreemdeling verwerft opnieuw een wettige verblijfsstatus en de daaraan gekoppelde toegang tot sociale rechten. Legt men de nadruk op het uitzicht op werk, dan gaat het om economische regularisatie waardoor de vreemdeling kan worden ingeschakeld in het economische leven. Deze vormen van regularisatie komen overeen met onderscheiden visies op migratie (humanitaire dan wel economische) en, zo men wil, visies op de rol van de staat. De instructie maakt niet duidelijk voor welke visie de federale regering staat, als er al consensus over die visie bestaat. Hierdoor wordt de concrete invulling overgelaten aan de minister, met alle onvoorspelbaarheid van dien.

De instructie zal in het veld ook tot ontgoocheling leiden. Wie niet het vereiste ononderbroken verblijf heeft, mist de zekerheid van regularisatie. Hij of zij kan nog hooguit een beroep doen op de discretionaire bevoegdheid van de minister. Het blijft een open vraag of de minister die bevoegdheid nog zal uitoefenen buiten de gevallen bepaald in de instructie. Het laat zich raden dat ook deze vreemdelingen, in de hoop dat een aanvraag uiteindelijk toch iets zal opleveren, een aanvraag zullen indienen. Dat grote aantallen aanvragen de efficiënte afhandeling van de regularisatiedossiers niet ten goede komen, behoeft geen duiding. Het belooft een overdrukke regularisatieherfst te worden.
Overgenomen bij De Morgen

Digitaliaanse Diverse Divergentia

Veel is niet genoeg. Dat is in een paar woorden, de korte inhoud van dit artikel. Het vat meteen ook de stelling samen, van al wat zich ‘progressief’ noemt : onder de mom van medelijden zo snel zoveel mogelijk vreemdelingen naar hier lokken. Om ter dienen als goed vetgemest kiesvee voor de franscouillons….
Met welke bedoeling nog?
Het ‘gekleurd’ Vlaanderen van de 21e Eeuw realiseren. Ge moet maar durven! Ze zeggen het zelf! In de hoop dat niemand verder doordenkt… Die kleurenrijkdom zal ongetwijfeld en ‘stoemelings’ bereikt worden, met als gevolg dat er meteen geen Vlaanderen meer is, maar een lappendeken van naast elkaar levende volksstammen. En een terugval van vele eeuwen cultuur.
En het zijn de pipo’s lijk de auteur van dit tijdsdocument die er prat op gaan, dat zoiets achter onze rug, kan gebeuren.

Geen opmerkingen: