zondag 22 november 2009

OVER MULTICULTURALISTEN

Hieronder, onderaan het artikel, een poging om bepaamde altijd dezelfde ziende blinden behulpzaam te zijn in hun zoektocht naar een werkbaar compromis. Maar eerst die woelwater van een Tom Naegels op U loslaten : het water staat hem tot aan de lippen. Tracht hem te begrijpen want de man heeft hoge nood…..

Het water is veel te diep
13-11-2009 - Tom Naegels - de standaard
(Iskabder)
— Het multiculturalisme is niet dood, maar heeft nog een lange weg te gaan voor het weerwerk kan bieden aan de onheilsprofeten.
Er zit een zekere historische rechtvaardigheid in, neem ik aan. Critici van het multiculturele samenleven hebben tijdens de jaren negentig al te vaak moeten meemaken dat hun argumenten bespot werden, hun woorden verdraaid, dat ze geassocieerd werden met extremisten en, als dat niet hielp, dat hun opvattingen geneutraliseerd werden door ze ‘verzuurd' te noemen: emotioneel dus, ideologisch verblind, zeker niet rationeel of objectief.
Kun je ze verwijten dat ze hun tegenstanders van toen van hetzelfde laken een pak geven? Dus maken de veelgeplaagde multiculturalisten, wier rangen sinds 9/11 sowieso uitgedund zijn, mee dat hun pleidooi voor pluralisme bewust verward wordt met een extreem waardenrelativisme, dat ze geassocieerd worden met het jihadisme en, als dat niet helpt, dat hun opvattingen geneutraliseerd worden door ze ‘politiek correct' te noemen: emotioneel dus, ideologisch verblind, zeker niet rationeel of objectief.
Maar ook historische rechtvaardigheid kent zijn grenzen. We zijn acht jaar na 9/11, acht jaar na (de opkomst van) Fortuyn. De linkse kerk is leeggelopen, iedereen heeft de kans gehad om zich even lekker politiek incorrect te voelen. Ah, al die taboes die elke keer weer op dezelfde manier sneuvelden! Je kon je elke dag rebels voelen, met het intrappen van steeds dezelfde open deur. Maar nu is het goed dat er een nieuwe generatie multiculturalisten opstaat. Om een noodzakelijke correctie aan te brengen bij een manier van denken die stilaan even wijdverspreid is als de Mexicaanse griep: dat wij in een ‘joods-christelijke beschaving' leven, die fundamenteel verschillend is van ‘de islam', wat een soort nazisme met een baard is, dat vrouwen onderdrukt en homo's ophangt omdat het nooit de verlichting heeft gekend. Ik vat samen.
Drie Vlaamse boeken verschenen er dit najaar die zo'n correctie trachten aan te brengen: Kif Kif-stafmedewerker Ico Maly schreef De beschavingsmachine. Wij en de islam, politoloog Sami Zemni Het islamdebat, en godsdienstsociologe Nadia Fadil (en een rist andere academici) Een leeuw in een kooi. De grenzen van het multiculturele Vlaanderen. Elk doen ze een poging om het dominante denken van de troon te stoten. Dat dat met wisselend succes gebeurt, leert ons lessen over de kracht en de zwaktes van een hedendaags multiculturalisme.
De eerste les is betrekkelijk banaal: als je een slordig boek schrijft, overtuig je niemand. Het is ronduit bizar dat Ico Maly, die al jaren kritische media-analyses maakt en zich voorstelt als ‘hoofdredacteur Mediawatch', zich bezondigt aan vrijwel alles wat hij de media verwijt. Dat gaat van al te boude, niet onderbouwde uitspraken (‘De berichtgeving over 9/11 en de oorlogen in Irak en Afghanistan voldeed volkomen aan de criteria van propaganda'), over onbegrijpelijke blunders (Mia Doornaert die gepromoveerd wordt tot ‘hoofdredacteur bij De Standaard'), tot foutieve besprekingen van historische gebeurtenissen. Zo kent Maly buitensporig veel invloed toe aan de Nederlandse rechtsfilosoof en publicist Paul Cliteur, van wie hij beweert dat diens ‘hiërarchisch cultureel denken' aan de basis lag van de opkomst van Pim Fortuyn. ‘Fortuyn verpakte het discours van Cliteur met in charme gedrenkte oneliners' (sic). Dat Fortuyn al langer dan Cliteur publiceerde over de islamisering, dat hij al in 1994 schreef ‘Nederland is vol': het is een bijkomstigheid.
‘Ook de steile opmars van Ayaan Hirsi Ali was niet te verklaren zonder Cliteur', klinkt het vervolgens. We hebben er Hirsi Ali's autobiografie op nagelezen, alsook Hans Wansinks De orkaan Ayaan. Verslag van een politieke carrière. Frits Bolkestein wordt daar genoemd als degene die in 1991 al de problemen op de agenda zette en er de hele jaren negentig over bleef publiceren. Verder Paul Scheffer, Herman Philipse, Bernard Lewis, Pim Fortuyn, Afshin Ellian, de opinieredactie van Trouw en vanzelfsprekend 9/11, de aanslag die islamkritische politici wereldwijd de wind in de zeilen gaf. Maar Cliteur? Hij was een van haar hoogleraren in Leiden, over wie ze schrijft dat hij ‘een groot aanhanger van de rede en een scherp debater' was. Maar een beslissende invloed? Hij is gewoon een van de vele Nederlanders die sinds het eind van de jaren negentig sceptisch schrijven over multiculturaliteit en islam. Waarom hij als de grondlegger van het botsende-beschavingen-denken in onze contreien wordt genoemd: mij is het een raadsel, en Maly onderbouwt het nergens.
De twee andere boeken leveren wel diepgaande analyses van de retoriek over de joods-christelijke beschaving, en hoe de islam daarin niet thuishoort. Ze weerleggen die retoriek op een aantal fundamentele punten, waardoor er gelukkig weer aanknopingspunten ontstaan om moslims wél in de moderne samenleving te denken.
Sami Zemni toont overtuigend aan hoe heilloos het is om ‘de islam' te gebruiken als verklaring voor elk samenlevingsprobleem, hier om de hoek of tienduizend kilometer verder. Door een scherpe scheidingslijn te trekken tussen ‘onze traditie', die individuen de kans biedt zich te ontdoen van al wat hen beknot, en een traditie die dat niet kan, maak je het moslims de facto onmogelijk om deel uit te maken van deze samenleving.
Onder het mom van universalisme wordt er op die manier een verregaand culturalisme (of zelfs relativisme) geïnstalleerd: de moslim is anders en zal altijd anders zijn, tenzij hij ophoudt moslim te zijn. Veel constructiever en realistischer is het om oog te hebben voor de manieren waarop moslims, in het Westen en daarbuiten, zelf aan de slag gaan met hun identiteit. Om te zien hoe een grote meerderheid zich wel degelijk inschrijft in een seculiere, democratische logica. Om niet te snel in paniek te slaan als ze hun religie daar toch een plaats in willen geven. Dat hoeft geen stap uit de moderniteit te zijn. Het is veeleer een andere visie op moderniteit.
Een leeuw in een kooi volgt dezelfde analyse. Dat jonge moslims de islam herontdekken en de symbolen ervan verdedigen, betekent niet dat ze zich ‘terugplooien' op een antimodern gedachtegoed. Het is net een manier om een plaats voor zichzelf te veroveren in die moderne maatschappij. Identity politics heet dat, en het is een normale strategie voor een groep die zich niet geaccepteerd voelt. Vergelijk het met de manier waarop de vrouwen-, homo- of Vlaamse beweging het vrouw-, homo- of Vlaams-zijn cultiveerde om weerwerk te bieden aan een cultuur waar die identiteit verworpen werd. Vergelijk het met de black pride beweging in de VS. Vergelijk het met indianen, aboriginals... Het komt zo vaak voor.
Ondanks de strenge toon — het is lang geleden dat ik zo bars en veroordelend heb weten schrijven over het alomtegenwoordige racisme en seksisme in Vlaanderen — biedt ook dit boek talloze aanknopingspunten voor een werkbaar compromis. Vooral omdat het vanuit een expliciet feministisch en homovriendelijk perspectief geschreven werd. De bespreking van de vele vormen van actief feminisme in de islamitische gemeenschappen (hier en in het buitenland) is een verademing voor wie al te vaak moet horen dat alleen de meest radicale vrijzinnigen, zoals Hirsi Ali, zich feministe mogen noemen.
Ook al verschijnt het als een wat aarzelend achterafje: het is ook een verademing te lezen over de worsteling van veel allochtone vrouwen, homo's en ongelovigen om seksisme, homofobie en geloofsafval binnen de eigen gemeenschappen op de agenda te zetten, zonder daarmee in de kaart te spelen van de ‘witte mannen die bruine vrouwen redden van bruine mannen'.
De sterkte van beide boeken is dat ze de intellectuele en sociale diversiteit binnen de moslimgemeenschappen laten zien, en dat ze evoluties die vaak als een bedreiging worden gezien, duiden als een normale politieke dynamiek. Een aantal kernpunten van de joods-christelijke mantra — dat de islam uniek is en kwaadaardig, dat alle vrouwen er onderdrukt worden en enkel vrij kunnen worden als ze die Koran verscheuren — worden duidelijk weerlegd, ja zelfs wat belachelijk gemaakt.
De zwakte ligt in de manier waarop er gepraat wordt over die verlichte tegenstander. Die wordt voorgesteld als machtiger, onredelijker en, o ironie, homogener dan hij is. Zoveel aandacht er is voor de verschillen tussen jihadistische en dociele salafisten, voor de nuances binnen het islamitische feminisme en de internationale context waarbinnen een en ander plaatsvindt, zo weinig is er voor de posities aan de andere kant. Cliteur, Hirsi Ali, Doornaert, Scheffer, Barnard, Wilders of Dedecker: het is allemaal één pot nat. De verschillen tussen de vrijzinnige, de conservatieve, de nationalistische, de christendemocratische of de liberale filosofieën: onbelangrijk. Provocatieve columns staan op gelijke hoogte met beleidsteksten, een wat feller verwoord citaat geldt al snel als een algemene teneur.
Opvallend is, bijvoorbeeld, dat geen van de drie boeken reageert op analyses die meer het centrum opzoeken. Paul Scheffers opiniestuk ‘Het multiculturele drama' uit 2000 wordt in alle drie de boeken genoemd — als kantelmoment waarop ook de linkerzijde voor de bijl ging — maar zijn uitgebreide en genuanceerde boek Het land van aankomst speelt nergens een rol. Terwijl dat boek, dat het nauwelijks over ‘de eeuwige islam' heeft en ook de autochtone cultuur bekritiseert, toch meer invloed gehad heeft dan dat ene opiniestuk van Benno Barnard en Geert Van Istendael, dat wel in alle drie de boeken aangehaald wordt. Als we toch in Nederland blijven: Hirsi Ali, Geert Wilders en Theo Van Gogh worden breed gekapitteld, maar over Job Cohen, die als burgemeester toch meer objectieve macht heeft om zijn visie in de praktijk te brengen, gaat het nergens. Of ik kan verwijzen naar het werk van Ian Buruma, Bas Heijne, Geert Mak, Tom Lanoye of Willem Schinkel, die evenveel hun stempel drukken op het debat als Ayaan Hirsi Ali of Paul Cliteur, maar opnieuw niet besproken worden.
Door die stemmen niet mee te nemen in hun analyse, creëren deze boeken een overdreven negatief en eenzijdig beeld van het islamdebat. Het is te verleidelijk om je blind te staren op de extreemste stemmen.
Bovendien miskennen deze analyses het oprechte, en terechte, van veel van de kritiek op allochtonen, ook al wordt die soms bot geformuleerd. Een blanke Vlaming die zich zorgen maakt over de manier waarop allochtone homo's zich verborgen moeten houden, of over de agressie die blanke homo's op straat ervaren, doet dat niet noodzakelijk omdat hij zich bezondigt aan ‘homonationalisme', het hypocriet inzetten van de homorechten om de westerse superioriteit te bewijzen.
De verhalen over homostellen die verhuisd zijn naar een blankere wijk, of die expliciet aangeven dat ze niet meer hand in hand durven te lopen op straat, hebben ook hun rechten. Net als die van wetenschappers die zich zorgen maken over de opkomst van het creationisme of kunstenaars die bedreigd worden om wat ze maken... Het is waar dat dat soort verhalen op dit moment vaak het beeld domineren, maar ze maken wel deel uit van het beeld, en het helpt niet om ze van de weeromstuit weg te wuiven.
Op die manier lopen deze analyses — en het geldt voor de bredere multiculturele beweging — het risico dat ze zichzelf, bewust of onbewust, gaan marginaliseren. Ze stellen de tegenstander voor als oppermachtig, onredelijk en extreem. Ze ontkennen dat die tegenstander soms ook begrijpelijke redenen kan hebben om te vinden wat hij vindt. Ze zien de verschillen niet meer tussen de diverse posities; wel bij zichzelf, niet aan de overkant. Ze weerleggen de meest verregaande stellingen — de islam is nazistisch, de islam onderdrukt vrouwen — maar negeren de kleinere wrijvingen en ‘storende verhalen'. Ze weerleggen, maar dialogeren niet. Waarom zouden ze ook hun best doen om bondgenoten te zoeken, of een synthese te vinden? De hele samenleving is immers doordesemd van het racistische, islamofobe eenheidsdenken?
Die marginalisatie toont zich zelfs in de vorm. Een leeuw in een kooi, zonder twijfel een van de relevantste boeken over het onderwerp die recent in Vlaanderen werden geschreven, krioelt van het academisch jargon. Voor de lol citeren we daar nu een van de meest verregaande voorbeelden van: ‘Deze zoektocht naar het endemische en het hereditaire (in tegenstelling tot het epidemische en het peripatetische), naar roots (in plaats van routes), vinden we helemaal terug in de “progressieve verdieping” van het begrip allochtoon — aanwijsbaar in “Allochtoon1” en vermoedelijk in “Allochtoon2”.' Is dat werkelijk een poging om het brede debat te beïnvloeden? Of heb je je er al bij neergelegd dat dat toch niet lukt?
Een leeuw in een kooi leent zijn titel, op een voor deze groep academici opvallend frivole manier, aan de hit van Willy Sommers, waarin de zanger zit te wachten op een ‘jij' die zich niet laat horen of zien. Als we Willy vervangen door ‘Vlaanderen' en de ‘jij' door de moslim, schrijven ze, dan is het een parabel over hoe Vlamingen omgaan met multiculturaliteit: wanhopig wachtend tot de ander zich wil laten zien.
Laat mij daartegenover een andere Vlaamse hit plaatsen: Het water is veel te diep, ook al van Willy Sommers, een miskend commentator van de multiculturele samenleving. ‘Ik zie wat zij niet ziet, zij kent mijn wereld niet, het water is veel te diep.' Het geldt voor moslims en niet-moslims, maar ook voor mono- en multiculti's: ‘Men kan er niet omheen, wij hebben niets gemeen, de afstand is te groot.' We zien allebei totaal andere dingen. In nochtans identiek dezelfde realiteit. Na tien jaar optimistische these, en tien jaar pessimistische antithese, wordt het misschien geen tijd voor een begin van een nieuwe synthese?
Meulenhoff/Manteau, 232 blz., 19,95 .

Boeketje Digitalis
(liefst zonder somnifere nawerking)
O Kijk! Wat zei die lieve Alice Nahon weer over ’s avonds in het eigen hart te kijken? Zelfkennis is inderdaad een goed begin naar redelijkheid. En eenmaal Tomme Nagels die spijker in zijn houten kop heeft gekregen, zal hij wel vlug inzien dat zijn geraaskal niet thuishoort in DS, maar veeleer in de Humo. Althans zo lang die nog verschijnt. Nadien kan hij, wat mij betreft, verkassen naar Tertio, of Kerk en Leven…..
Wel, voor wie hier nog niet in slaap is gevallen, kopieer ik hierna een collega, als reflexief spiegelbeeld voor ons Tommeke.
________________________________________
'Miljoenen moslims nu christen' [naar index]
11-11-2009 - kn. - katholiek nieuwsblad
Volgens de officiële statistieken bestaan ze niet, maar in de Arabische en islamitische wereld is sprake van een grote golf bekeringen tot het christendom. Katholiek Nieuwsblad citeert in de editie van komende vrijdag een aantal islamitische leiders die zich grote zorgen maken. “Er voltrekt zich een ramp binnen de islam”, zegt een van hen. In een land als Soedan stoot de wreedheid van het islamitische regime tegen christenen vele moslims af. 800.000 van hen zijn christen geworden.
In alle Arabisch-islamitische landen is evangelisatie verboden en wordt bekering tot het christendom wettelijk bestraft. Bekeringen worden dan ook niet officieel geregistreerd en velen durven er niet openlijk voor uit te komen. Ook in Europa niet: volgens Magdi Allam, de Egyptische moslim die in de paaswake van 2008 door de paus werd gedoopt, is er in het continent een “nieuwe catacombekerk” ontstaan.
NB M.E.S. Deze golf van bekeringen kan alleen maar aangemoedigd worden. Het is wellicht de enige weg naar wereldvrede
-o-o-o-o-o-o-o-
Bij Angeltjes klinkt het enigszins anders. Brutaler, als U wilt? Maar wel juist….Zou dat iets zijn in de richting van
ISLAMOFOOBISME?
In voorkomend geval zeg ik, foei Angeltjes! Waarom redeneert U niet zoals de gewezen belse Premier, net toen die de laatste regularisatiegolf, zoals de duiven uit Qiévrain, gelost had.
Het gaat niet om centen, maar om mensen!

. Ga illegaal naar Marokko, Turkije, Pakistan, Afghanistan of een van de vele Prachtlanden van deze planeet
b. Trek je niets aan van immigratieregels, visa, internationale wetten of andere belachelijke voorschriften.
c. Een je daar bent, eis je van de lokale overheid kosteloze medische bijstand voor jou en je hele familie.
d. Eis dat alle gezondheidswerkers vloeiend Nederlands spreken en dat in hospitalen en verzorgingshuizen al de voeding klaargemaakt wordt volgens jouw westerse eetgewoontes.
e. Eis dat alle wettelijke formulieren, aanvragen en inschrijvingsdocumenten in jouw taal vertaald worden.
f. Laat je bijstaan door advocaten en straathoekmadelieven om àlle sociale voordelen voor je op te eisen : leefloon, werkloosheidsvergoeding, terugbetalking van niet-betaald belastingen, etc.
g. Wijs elke kritiek af met de woorden: "Dit heeft te maken met onze cultuur en godsdienst, daar verstaan jullie niets van."
h. Behoud je oorspronkelijke identiteit. Hijs een grote vlag van je eigen land boven op je huis, hang ze voor je raam of aan je wagen.
i. Spreek thuis en in het publiek alleen Nederlands en zorg ervoor dat je talrijke kinderen hetzelfde doen.
j. Eis lessen over westerse cultuur in de moslimscholen.
k. Vraag een plaatselijk rijbewijs en het equivalent van een SIS-kaart.
l. Aan de hand van deze documenten eis je al de andere legale voordelen op en beschouw je het bezit van deze documenten als een rechtvaardiging voor je onwettige aanwezigheid in Pakistan, Afghanistan of Irak.
m. Rijd met de wagen rond zonder verzekering of keuring en beschouw de plaatselijke verkeersregels als uitsluitend geldig voor de inboorlingen.
n. Dring erop aan dat alle lokale ambtenaren, gerechtsdienaars, agenten en iedereen die met je in contact komt Nederlands leert.
o. Organiseer protestmarsen tegen uw gastland en haar inwoners, zet je soortgenoten aan tot geweld tegen niet-blanken, niet-christenen en tegen de regering die je binnenliet.
p. Verlang dat je vrouwelijke familieleden zich niet moeten bedekken in het openbaar en dat ze geen burka, sluier of hoofddoek moeten dragen.

Geen opmerkingen: