zondag 10 januari 2010

LOKSBERGEN WEER OP DE KAART

.















LOKSBERGEN WEER OP DE KAART



Twee jonge levens, twee door verdriet overmande ouderparen, twee hulpeloze families, uitgeput van troostende woorden, een hele gemeenschap met voor altijd getekende herinneringen aan die afschuwelijke gebeurtenissen waren er nodig, om één pervert te ontmaskeren die waarschijnlijk niet aan zijn eerste proefstuk toe was. Die, als een ontaarde Boer Bavo waarschijnlijk al jaren de katjes in het donker kneep. Tot ze, niet eens per abuis, in zijn handen bleven. Dood.

Voortgaande op ’s mans ‘carrure’, moeten ze in zijn vuisten als kleine konijntjes geweest zijn, makkelijk dood te knijpen. Heerlijke jonge mensenkinderen, op de drempel van hun jonge levens misbruikt en als afval achteloos achter gelaten. Hun moordenaar, terug het masker opgezet, herneemt zijn gewone doen. Ni vu, ni connu….Terug in de huid van de brave dorpsgenoot.

Ja, het kleine weggefuseerde Loksbergen (*) staat ineens weer op de kaart…Misschien een reden om de klok terug te draaien? Zodat ook deze droeve herinnering in de naam voorgoed bewaard blijft. Naast het Goede en het Vrome, dat volgens Wikipedia daar ooit zijn herkomst had (*****), is er sedert die Nieuwjaarsdag 2010 nu ook het Kwade in de persoon van die ene man, die er met zijn 38 jaar leefde als een der hunnen.
Nooit nog zal het leven daar zijn, zoals voorheen, en nooit nog zal het vrome lied ‘Waar men gaat langs Vlaamse wegen…’ weerklinken, zonder bijgedachte aan waar het voorheen onbekende Loksbergen nog voor stond, de wereld waarin Pastoor August Cuppens (*****), de dichter ervan, ooit leefde.

Liefde gaf U duizend Namen
Liefde gaf U duizend namen
Groot en edel, schoon en zoet
Maar geen een die 't hart der Vlamen
Even hoog verblijden doet
Als de naam, o Moedermaagd,
Die gij in ons landje draagt.
Schoner klinkt hij dan al d'andren.
Onze Lieve Vrouw van Vlaandren,
Onze Lieve Vrouw van Vlaandren.
2.
Waar men ga langs Vlaamse wegen
Oude hoeve, huis of tronk,
Komt met U, Maria, tegen,
Staat Uw beeltenis te pronk
Lacht ons toe uit lindegroen
Bloemenkrans of blij festoen
Moge't nimmer hier verand'ren
O gij Lieve Vrouw van Vlaand'ren (bis)


Voor mij , naast het medeleven in de tragiek van vandaag, een gelegenheid om meteen te ‘zantekoren’ in het verleden. Zo vond ik bij toeval de link naar de blog van een mede-seniorenNet-collega www.seniorennet.be/forum/viewtopic.php?t=110228 een SENIORENNET-FORUM (gesloten) dat met kennis van zaken dat verleden tot in de kleinste details heeft weer gegeven. Lieve vergeelde foto’s van zowel de dichter als van de componist Lode de Vocht, met nog zoveel andere beroemde figuren. De Vlaamse Beweging heeft ongelijk dat kleine Loksbergen (nu Halen, Hageland), in zoveel zaken zo groot, zo gauw te zijn vergeten!

Waar men gaat langs Vlaamse wegen….Haarscherpe herinneringen kwamen weer boven. Van bloemen in de veldkapel, ‘terwijl de bijen zoemen’…op een lauwe Mei-avond. Van biddende stemmen van de vaders, de moeders, van de kleine meisjes en van de straatbengels die we toen waren, op elkaar gedrongen in en buiten die klein ruimte, om te bidden en te zingen. Die ‘veldkapel’ is nu verdwenen. Plaats moeten ruimen voor de wegverbreding naar het grote nieuwe academisch ziekenhuis…Liedjes toen, uit het VOLKSZANGBOEK dat gebruikt werd in alle college’s. Ook bij ons, in Ieper. Daar alleszins, waar de herinnering aan Oud-Principaal Hugo Verriest levendig werd gehouden door die andere recentere Vlaams figuur, Daniel Merlevede. Dat Reimond Tollenaere (***) daar ooit college had gelopen, werd in mijn tijd nergens vermeld. Alhoewel op de muren van ons studielokaal langs de straatkant ooit geteerd stond ’Rome of Moscou’‘ wierd dat toen weggemoffeld…en is nu zo goed als vergeten…Wees gegroet, O Sterre, O Maria zoet’….

Dat vergeten en bijna versleten geraakt zwart kaft-geval was enkele jaren terug weer uit de kast gehaald, toen er in Steenbrugge (Assebroek) een tentoonstelling liep over Wijlen Dom Modest Van Assche (*). In die dagen de eerste voorzichtige benadering in het openbaar sedert de onzalige repressie-tijd. Dat was in 1999 bij de 100ste sterfdag van Guido Gezelle, en wij zijn graf hadden gezocht op het openbaar kerkhof in…Steenbrugge. Dom Modest Van Assche zelf ligt begraven in een bescheiden praalgraf achter in de tuin van de Abdij. Veiliger voor grafschenners dan dat van Staf Declercq….

In die tentoonstelling zagen wij oude vergeelde foto’s van Dom Modest Van Assche naast Priester-Dichtrer Cyriel Verschaeve aan de IJzertoren (1938?) en werd er een boek aanbevolen met de lijdensweg van deze twee helden. Ondertussen weten we, dat de beschuldigingen tegen de Abt totaal uit de lucht waren gegrepen….Ontroerend werd er beschreven dat in het H.K. (Hechtenis Kamp voor Zwartzakken) in Sinte Kruis, Dom Van Assche (*) weg geranseld werd van het altaar, door de bewakers van de Witte Brigade, toen hij na de mis voor de gevangenen, en in tranen, het wondermooie lied ‘Liefde gaf U Duizend Namen’ als vertroosting liet zingen. Toen heb ik de tekst in dat oude Volkszangboek terug moeten opzoeken. Die tekst en nog vele andere, uit lang vervlogen dagen.

Pastoor August Cuppens uit datzelfde Loksbergen als de sadistische kinder-lokker was een van die Pastoors van te lande, die aan de wieg heeft gestaan van de Vlaamse bewustwording. Zij hebben gewerkt in (en genoten van) ‘de Wijngaard des Heren’ – maar nog meer hebben zij gewerkt om ons onze fierheid terug te geven. Zonder hen en hun Vlaamse rechtlijnigheid, waardoor ze meestal kapelaan moesten blijven, was er al lang geen sprake meer van een Vlaams zelfbewustzijn. Ja Ja! Simpele mensen van te lande… JaJa! Waar men gaat langs Vlaamse wegen…komt men ook veel kruisen tegen…


(*) Loksbergen. http://nl.wikipedia.org/wiki/Loksbergen

(**) Steenbrugge (Assebroek) http://nl.wikipedia.org/wiki/Modest_van_Assche

(***) Reimond Tollenaere : http://nl.wikipedia.org/wiki/Reimond_Tollenaere

(*****)August Cuppens

(Beringen, 22 mei 1862 – Loksbergen, 1 mei 1924) was een Vlaams dichter en priester.
Hij was de oudste zoon van Toon Cuppens, postbode en Rosalie Bomans. Hij studeerde in het college in Beringen en ging in 1880 naar het Kleinseminarie van Sint-Truiden. Daarna studeerde hij in Luik waar hij tot priester gewijd werd op 9 april 1886. Samen met zijn medestudenten Lenaerts en Winters stichtte hij in 1884 het tijdschrift " 't Daghet in den Oosten", een taal- en volkskundig weekblad voor de provincie Limburg.
Na zijn priesteropleiding werd August Cuppens aangesteld als kapelaan in het Waalse Ans. Daarna werd hij in 1888 naar Verviers gestuurd. In 1895 werd hij rector van de Armenzusters in Luik en in 1899 kon hij terug naar Limburg als pastoor van Loksbergen. Op zijn pastorie ontving hij geregeld kunstenaars en schrijvers, zoals Hugo Verriest, Stijn Streuvels, Maria Belpaire, Alice Nahon, Jef Lynen en Jozef Geurts, de directeur van het college te Beringen. Hij onderhield een levendige briefwisseling met Guido Gezelle en Maria Belpaire. Cuppens vertaalde onder meer 58 dichtbundels van Gezelle naar het Frans. Hij schreef proza, poëzie en toneel. Van zijn hand verschenen vier dichtbundels en zeer vele bijdragen in allerlei letterkundige tijdschriften.
In 1900 stond August Cuppens samen met Maria Belpaire, Lodewijk Scharpé en Emiel Vliebergh aan de wieg van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort. Door het ondersteunen van Nederlandstalige literatuur zou dit tijdschrift ook een rol spelen in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. August Cuppens liet zich in deze niet onbetuigd en zou via Maria Belpaire er bij de koningin op aandringen om gedichten van hem te verspreiden onder de soldaten aan het front.
In 1904 verscheen de dichtbundel: 'Een Rooske van Overzee'. In 1908 neemt Cuppens de leiding over van "’t Daghet in den Oosten". Met het uitbreken van de eerste wereldoorlog wordt de uitgave ervan gestaakt. In 1914 schreef August Cuppens het gelegenheidsgedicht: "De Slag der zilveren helmen", na een gevecht tussen Duitse en Belgische troepen te Halen op 12 augustus 1914.
Hij heeft ook de mondelinge verhalen van Limburg verzameld en opgetekend in een boek “Vertellingen uit Limburg” (1923). August Cuppens is het meest gekend voor de tekst van het lied Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen dat hij maakte met de componist Lode de Vocht.
Hij overleed op 1 mei 1924 op 62-jarige leeftijd te Loksbergen.
In Beringen werd in 1933 een bronzen gedenkplaat onthuld aan de voorgevel van het Sint-Jozefscollege. Voor de fusie droeg de plaatselijke bibliotheek er zijn naam en zowel in Beringen als in Loksbergen is er een August Cuppensstraat. Beringen heeft ook een toeristisch wandelpad onder de naam 'August Cuppenswandeling'.

Pssst
Beringen, waar August Cuppens leeft. En waar er thans minaretten gewenst worden op de ondertussen vastgewortelde moskee…En waar er straks misschien zal gezongen worden “Waar men gaat langs Turkse wegen, omt men U, O Allaah tegen….

Geen opmerkingen: