zaterdag 19 juni 2010

CURATOR OF TERMINATOR

.






CURATOR OF TERMINATOR


De allerlaatste overlevingskans
17-06-2010 - Marc Platel - de redactie (vrt) – via Iskander.
“De curator van België”. Het weekblad Knack dat de feitelijke triomfator van de voorbije verkiezingen op die manier aankondigde, maakte het dus nog erger: een curator komt er immers maar aan te pas als het failliete bedrijf geen feitelijke overlevingskansen meer heeft. De “curator van België” moet dus alleen nog maar wat meubelen uit het Belgische faillissement redden, overleven zit er voor dat vastgelopen België niet meer in. Er is zelfs al een curator gevonden die de klus wil klaren. Voor een zeldzame keer wilden wij ook eens vriendelijk en zelfs een heel klein beetje hoopvol zijn, anderen geloven er dus helemaal niet meer in. Een curator kan inderdaad een overnemer zoeken! Twee of drie aparte democratieën Men kan ze geen ongelijk geven: het is weinig waarschijnlijk dat 13 juni 2010 geen historische datum wordt in de Belgische politieke geschiedenis, het is integendeel vrijwel zeker dat die zoveelste electorale Belgische zondag het begin is van een allerlaatste overlevingskans voor het België van 1830. Een echte zwarte zondag dus voor het driekleurige België. Een België dat om de onfortuinlijke Jean Marie Dedecker te citeren alleen nog maar bestaat uit twee of drie aparte democratieën binnen nog altijd dezelfde staatsgrenzen, een “geel” gekleurd België ten noorden van de taalgrens, een rood geverfd Wallonië ten zuiden daarvan. Met ergens tussen in een waterachtig blauw geleurde Brusselse stip. Een voorafbeelding van een Belgische confederatie. Die DRIE “democratieën” (sic!) moeten nu proberen om samen toch nog één driekleurige Belgische democratie in elkaar te knutselen. Nu al wordt ten vroegst begin september naar voor geschoven als een mogelijke datum om de patiënt in coma weer wakker te maken. Zeker niet vroeger, het zal dus nog later worden. Nogal wat hopeloos ongeduldige journalisten willen liefst vandaag al of ten allerlaatste morgen in de vroege ochtenduren weten wie er in de volgende regering de portefeuille van buitenlandse zaken krijgt, ze zullen hun ongeduld nog lang in toom moeten houden. “De dagbladen staan alle dag vol met historische uitspraken, de kerkhoven liggen vol met, historische figuren”. Het was een geliefkoosde maar helaas niet-latijnse uitspraak van Hugo Schiltz. Het woord “historisch” wordt inderdaad vaak onterechte gebruikt. Voor 13 juni 2010 mag men nochtans een uitzondering maken: het is en zal in de geschiedenis van dit land een historische datum blijven. Stel je voor: jouw Koninklijke voorgangers deden en doen er nog altijd alles aan om de politieke vertegenwoordigers van dat staatsgevaarlijke Vlaams nationalisme te negeren, het was tot 12 juni 2010 een koninklijk cordon sanitaire rond die altijd zeurende malcontente Vlaamse nationalisten en nu was Albert II verplicht om dé gedoodverfde politieke stem van dat Vlaams nationalisme toch uit te nodigen. Laken erkende de politieke overwinning van de N-VA. Meer kwaadschiks dan goedschiks, dat doet er niet toe. De Wever kwam niet ergens tussen al de anderen door op de Koninklijke koffie, maar als allereerste. Hij had daags voordien de electorale kaart van Vlaanderen “geel” gekleurd. En daar kon men zelfs in Laken niet meer naast kijken. Het vooroorlogse VNV noch de naoorlogse Volksunie hadden daarvan nooit kunnen dromen. Hugo Schiltz ging er wel prat op dat hij voor zichzelf de nutteloze titel van “Belgisch” minister van staat had kunnen afdwingen: volgens hem was dat de illustratie dat zelfs Laken met het bestaan van de toen al wegkwijnende Vlaams – nationalistische Volksunie rekening begon te houden. Of de N-VA voorzitter nu ook nog Belgisch premier moet worden is een vraag die politiek België niet langer als toogpraat weglacht. Een uitgesproken Vlaamse nationalist als kandidaat Belgisch premier? Of toch minstens de hofleverancier voor een informateur, een wegbereider voor een nieuwe Belgische regering? En dan nog niet overtuigd zijn dat 13 juni 2010 inderdaad historisch was, is en zal blijven? Een Vlaams nationalist aan het hoofd van een Belgische regering met de Waalse socialisten als partner. Het moest al heel laat in de nacht zijn voordat de grootste Vlaamse optimist die idee ooit had durven laten horen. Een Vlaams nationalist die zelfs het lef heeft om die verleidelijke Wetstraat 16 vriendelijk maar kordaat af te wijzen ten gunste van een Waalse socialist? Is dit nog wel het België van de dag voor 13 juni? Daarbij toch één groot voorbehoud: 13 juni 2010 is NIET de overwinning van het Vlaamse nationalisme in de enge zin van het woord, niet al die duizenden Vlamingen die nu NVA stemden zijn ook lid van de N-VA. Op 13 juni 2010 heeft dit land eerst en vooral, misschien zelfs uitsluitend, de stem van Vlaanderen gehoord. Geen Vlaamse stem uit Limburg of West-Vlaanderen, maar de stem van gans Vlaanderen. Twijfelaars moeten maar eens goed naar de electorale kaarten kijken die door de kranten gepubliceerd werden. Een Vlaanderen dat het versmachtende Belgische en Franssprekende keurslijf moe is, een Vlaanderen dat van het bewuste onmachtige gedoe van Vlaamse partijen tegenover de Belgische carcan definitief af wil, een Vlaanderen dat het wollige alles verbloemende spraakgebruik van de traditionele politiek in Vlaanderen onvoorstelbaar beu is, een Vlaanderen dat de technische hefbomen waarover het nu al beschikt om het Vlaamse huis naar eigen smaak in te richten ten volle wil gebruiken en zoveel mogelijk wil uitbreiden, een Vlaanderen dat niet meer accepteert dat Belgische vakbondsleiders, Belgische staatsmannen, Belgische journalistieke opiniemakers en andere weldenkenden nog langer bepalen voor wie hij of zij wel mag stemmen en aan wie een inwoner van Vlaanderen zijn stem zeker niet mag geven, een Vlaanderen voor wie de taalgrens ook een feitelijke staatsgrens is. In de partijsanhedrins ver van de bewoonde wereld heeft men tot vorige zondag gedacht dat het Vlaamse gemor ook dit keer weer vanzelf zou verstommen. Als men er dan toch moest naar luisteren, werd het weggewuifd met een zoveelste verbale stortvloed vol holle woorden zoals dialoog, links beleid, pensioenen, “de mensen”, verantwoordelijkheid, solidariteit en natuurlijk ook de crisis in alle kleuren en geuren. Vlaanderen wil het helemaal anders Vlaanderen stemde vorige zondag geel en niet “bruin”: als het dan toch weer naar de stembus moest zocht en vond Vlaanderen een alternatief: de figuur van Bart De Wever. Een partijvoorzitter die in zijn politieke reistas inderdaad zijn eigen partij meebracht. Vlaanderen stemde op 13 juni Bart De Wever omdat Vlaanderen het straks hier helemaal anders wil. Het Vlaams Belang haalde als mogelijke alternatief zichzelf onderuit, idem voor de De Decker die zijn kopvrouw voor de senaat in het zicht van de verkiezingen een paar dagen “geplande” vakantie moest gunnen, Groen bleef ook nu nog altijd hopeloos groen achter de oren en de anderen hadden nu al 3 x 12 maanden tijd verloren met vooral niets doen. Bleef dus alleen nog maar “de slimste mens ter wereld”. Van Voeren in Limburg tot in de Westhoek, van Turnhout tot in de Vlaamse rand rond Brussel, trok de Vlaamse kiezer zich niets aan van Luc Cortenbeek en co. en kleurde Vlaanderen zeer bewust geel. Wie dit toch nog niet als een historisch gebeuren willen omschrijven, moet zich dringend laten verzorgen voor ziekelijke doof- en blindheid. Dat gele Vlaanderen moet zich nu maar beter niet al te euforisch voelen. De opdracht is niet hopeloos, ze is wel levensgevaarlijk en de overlevingskansen zijn minimaal. Dat weet elke curator. De rest van het aloude Vlaanderen en dus ook België zal geen mogelijkheid onbenut laten om de eventuele as De Wever – Di Rupo te doen mislukken. De verliezers hebben voldoende kandidaten in huis die zich willen opofferen om hun België te redden. Dat aloude België zou er nochtans goed aan doen om 770 keer de eigen tong rond te draaien voordat men het versleten jargon van de verantwoordelijkheid, de mensen en de crisis weer boven haalt om weer het Belgische roer in eigen handen te krijgen. Voordat men de curator voortijdig naar huis stuurt om het failliete bedrijf toch nog een keer op gang te brengen. De curatoren van het failliete Sabena konden, wilden of mochten geen overnemer vinden, er waren immers kapers op de kust die iets helemaal anders wilden. Zij kregen hun tijdelijk gelijk. Sabena overleeft vandaag alleen nog maar als letterwoord in het vermolmde woordenboek van de Belgische politieke geschiedenis. Marc Platel is oud-journalist en leidde de studiedienst van Volksunie en NV-A (*)

(*) Digitalia voegt ’t Pallieterke toe als ‘Dritte im Bunde’. Weeral een reden om dat ongelofelijk weekblad in huis te halen.

Geen opmerkingen: