vrijdag 18 januari 2013

1151 - KUNSTENMAKERS ZEGT U? POTSENMAKERS JA


***

Vrijdag 18 januari

Zon 8u36-17u11

H Sulpicius van Tongeren

***

 1151 - KUNSTENMAKERS ZEGT U? POTSENMAKERS JA

 

De baard :  kracht van verandering.

 

 

Poll : alle voorgaande koningen hebben een (ruiter)standbeeld. Ziet U dat ook gebeuren voor de huidige koning? En voor evl volgende, de gevechtspiloot?

***

 
Test Uw inleverings-vermogen.. Eerst wat archaïsch taalgebruik, om het historisch feit van de ‘De Val van Antwerpen’ in zijn juiste perspectief te plaatsen. Vervolgens diep ademhalen, de kleine kantjes trachten te belichten, en ons als Flamingant in het kamp plaatsen van de overwinnaars van een socialistische burcht.  De eerste van de vele die nog zullen volgen.
D’er roert entwadde sedert aldus ‘De Inname van Antwerpen’. Het is pas goed doorgedrongen bij het Linxe kamp, na de mare dat ’t Stad voortaan niet meer van iedereen was, eigen en liefst zoveel mogelijk vreemd volk eerst, maar (al moet daar nog worden over nagedacht) weer gewoon ’t Stadt Antwerpen zou worden, lijk het daar al vele duizenden jaren in de armen van de Schelde lag. Voordien was er al het achterbaks akkevietje van dat Koningspleintje geweest, dat ze nu ineens persé wilden her-benaamd zien naar een der hunnen, wat een eerste klas boemerang bleek te zijn. Vervolgens kwam de directe aanval van het ACW op het Nieuwjaarsfeestje van de Burgemeester, die het schandaal van Dexia bleken te zijn vergeten, waarop de historische woorden vielen ‘ge moet het maar doen, hé’. Daar moes dan, volgens de Procureur van “r Stadt, die ineens ook durfde te spreken, Law & Order komen (boe-geroep), en toen dacht Wouter de Boskabouter dat zijn ‘moment de gloire’ was gekomen. Enig in de annalen van de Belgische Staat : klacht van een politieke dwerg tegen het hoogste Gerechterlijk Orgaan!  De volgende dag reeds de mondig geworden Chef der flikken met de slogan :’Horen, zien, en …Melden’, door datzelfde Woutertje meteen weer op de schopstoel genomen : dat was eveneens discriminerend, al was hij wel akkoord dat men (uit burgerplicht zei de man), de politie zou helpen door goed te observeren en de potentiële misdadiger met behulp van de politie, de pas af te snijden.
Oei Oei! trompetteerde de politie-vakbond : dat wordt voor ons de armen uit de mouwen steken, en wat kent de burger er nu van hoe criminelen er uitzien! Wij zijn daarvoor opgeleid en kennen het niet! Hij zei nog net niet dat zulks betekende dat de politie voortuin thuis de gazet zou moeten lezen!
Allemaal tekenen van de beloofde ‘verandering’
En dat blijft maar doorgaan. Nu zelfs met de man achter het Toneelhuis. Lees AUB tot het einde. Dan zult U begrijpen, dat er achter het Toneelhuis heel wat gebeurt dat gewoonlijk ergens achter een donker hoekje gebeurt.
Maar soit : de grote Yves Desmet komt voor het beledigen van een Procureur in functie voor de Rechtbank, en blijft tieren dat hij recht heeft op zijn vrije meningsuiting. Mijn mening vindt U helemaal onderaa, al ben ik in de verste verte geen genie als Desmet.

 

Ter zake :

"Om de zoveel tijd worden de kunsten met een 'zwartboek' geconfronteerd"

18/01/13, 08u02  − Bron: De Morgen

***

 

Om de zoveel tijd krijgen de kunsten een waslijst beschuldigingen voorgeschoteld. Het debat heeft nood aan diepgang en helderheid, vindt Guy Cassiers. Cassiers is artistiek leider van het in Antwerpen gevestigde Toneelhuis, het grootste theatergezelschap uit Vlaanderen. .

Het 'witboek' roept de kunstenaars en de kunst instellingen op om duidelijk te zeggen waar ze voor staan. Het wil de eigen onafhankelijke plek van de kunsten in de samenleving benadrukken

Mijn voorstel om een 'witboek voor de kunsten' samen te stellen, heeft de voorbije dagen tegenstrijdige reacties losgemaakt; van steunbetuigingen tot oproepen, van Bart Eeckhout bijvoorbeeld (Het dovemansgesprek over het nut van de kunsten, DM 16/1), om het toch maar niet te doen. Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om het initiatief te verduidelijken.

Het 'witboek' is geenszins bedoeld als een 'knieval' of een 'handreiking' naar de politiek. Bijna alle voorstellingen die ik sinds 2006 in Toneelhuis maakte - van Mefisto for ever tot de drie delen van De man zonder eigenschappen - zijn kritische analyses van die politieke macht. Het 'witboek' is evenmin een rechtvaardigende verontschuldiging voor het feit dat we als kunstensector met geld van de overheid werken. Het 'witboek' probeert al evenmin 'verzoening' tot stand te brengen. Verzoening waartussen trouwens? Het 'witboek' is wellicht niet eens een 'gesprek' of een 'dialoog' in de betekenis die de mediaberichtgeving over dit initiatief eraan toekent.

 

Wat wil het dan wel? Het 'witboek' wil diepgang en helderheid aan de discussie geven. Het streeft geen compromis na, geen water bij de wijn. Het roept de kunstenaars en de kunstinstellingen op om duidelijk te zeggen waar ze voor staan. Het 'witboek' wil de eigen onafhankelijke plek van de kunsten in de samenleving benadrukken en affirmeren. Het wil helder maken dat onder de term 'kunst' een zeer rijke, gediversifieerde, zelfs contradictorische inhoud schuilgaat.

Ik heb in Vlaanderen tevergeefs gezocht naar kunstenaars die elitaire en hermetische kunst maken die alleen maar toegankelijk is voor een kleine groep insiders. Ik heb tevergeefs gezocht naar kunstenaars die zich bewust buiten of zelfs boven de maatschappij plaatsen. Ik heb tevergeefs gezocht naar kunstenaars die alleen maar doen wat ze zelf graag willen doen, zonder enige verantwoording af te leggen en dat - als klap op de vuurpijl - met geld van de belastingbetaler. Toch is dat een beeld van de kunstenaar en van de kunst dat vanuit een bepaalde hoek steeds vaker in het publieke debat gelanceerd wordt. Als er iets wereldvreemds is, dan wel dit beeld dat geen enkel band heeft met waar het in de kunsten werkelijk om gaat.

Ondanks zijn mondigheid blijkt de kunstensector een sector die makkelijk in het defensief gedrongen wordt. Om de zoveel tijd worden de kunsten met een 'zwartboek' geconfronteerd. Ze krijgen een lange lijst van beschuldigingen voorgelegd. Ikzelf - en ik denk dat ik hier in naam van vele kunstenaars en kunstinstellingen spreek - herken me niet in die beschuldigingen en in dat negatieve beeld dat van de kunstensector wordt opgehangen. Als er een sector is die zich doet opmerken door creativiteit, verbeelding, nieuwe ideeën, verrassende vormen van communicatie, lokale en internationale dynamiek... dan wel de kunstensector. Waarom duikt dat negatieve beeld dan steeds opnieuw op? Is het mogelijk dat we ons als sector niet voldoende affirmeren? Dat we niet voldoende duidelijk zeggen waar we voor staan? Zijn we nog steeds een grote onbekende waarover veel misverstanden en vooroordelen bestaan? Zou het kunnen dat we zelf niet voldoende wijzen op de belangrijke plek die de kunsten in de samenleving innemen? Op de verbeelding die ze genereren? Op de schoonheid, de ontroering, de meditatie, de spanning, de humor, het amusement, de kritische houding, het engagement, de provocatie, de subversie, enzoverder. Is het niet tijd dat we zelf meer gaan wijzen op de aandacht die de kunsten hebben voor de traditie en het erfgoed, en tegelijk ook voor het nieuwe, en ja dus ook voor het onverwachte, het ongewone, het experiment, het ongemakkelijke? En zelfs aandacht voor de mislukking, voor het besef dat er vooral uit mislukkingen kan worden geleerd.

 Misschien moeten we zelf meer wijzen op het ruime en gevarieerde publiek dat we gezamenlijk bereiken. Op de cruciale rol die we spelen in het onderwijs en in de emotionele en intellectuele vorming van de jongeren. Op onze aanwezigheid in de openbare ruimte. Op onze rol in het werpen van een brug tussen het verleden en het heden, het heden en de toekomst. En waarom niet - al zijn het niet onze eerste preoccupaties - op onze functie in de citymarketing en op onze bijdrage tot de plaatselijke economie en de werkgelegenheid.

 

Contradictorische meningen

Ik heb mijn oproep in de eerste plaats tot de collega's uit de artistieke sector gericht. Ik hanteer met opzet een brede definitie van het woord kunst: van de literatuur tot de architectuur, van de beeldende kunsten tot de podiumkunsten, van erfgoed tot de amateurkunsten. Een 'witboek' - of hoe het ook mag heten - is geen overbodige oefening in reflectie en verwoording. Dat is trouwens een oefening die iedere instelling en iedere kunstenaar die subsidie aanvraagt op geregelde tijdstippen moet doen. Die oefeningen blijven nu binnenskamers. Ook vele studies over de effecten van kunst raken niet verder dan de boekenkasten van de professionals. Een 'witboek' is een instrument om daarmee op een originele manier een breder publiek te bereiken. Het geeft artistieke instellingen en kunstenaars de gelegenheid om te discussiëren rond een gezamenlijk initiatief. Dat daarbij veel meningen en hopelijk contradictorische meningen op tafel komen te liggen, is alleen maar gezond.

Consensus is geen streefdoel. Hoe dat boek er moet uitzien en welke andere initiatieven daarmee verbonden kunnen worden, is de inzet van het gesprek. Diversiteit en veelstemmigheid zijn trouwens altijd al de kracht geweest van de kunsten. Het 'nut' van kunst kan niet berekend worden. De intellectuele en emotionele impact van een ontmoeting met een roman, een film, een muziekstuk, een dansvoorstelling... valt niet te becijferen, maar er kan wel iets over gezegd worden. Zoals de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum, die de Amerikaanse rechters oproept om naast wetteksten ook romans te lezen omdat ze dan over meer mensenkennis zullen beschikken en rechtvaardiger zullen oordelen. Of zoals Vincent van Gogh die in een van zijn laatste brieven aan zijn broer Theo zegt dat sommige van zijn schilderijen "zelfs in de ontreddering hun kalmte behouden". Ik stel me alvast een 'witboek' voor met dat soort verhalen.

***

 

Ik help het Dewever hopen, dat na de verandering in Antwerpen, er ook verdere verandering komt na 2014. Dewever was tot hiertoe niet de grote vriend van het VB, maar wat hij gepesteerd heeft, namelijk heel Vlaanderen over de streep trekken om geel te stemmen, moet hem worden nagegeven. We zij fier ook in zijn plaats.
O Ja, nog iets. Als een donderslag (die we al i de verte horen ) bij heldere hemel, zou de benoeming zijn van de nieuwe gouverneur van Oost Vlaanderen, die niet eens een partijkaart, maar wel heel wat andere verdiensten heeft. Dat deze verdiensten op het cultureel vlak liggen, moet de ‘kunstwereld’ plezieren en is weer een teken van ‘de verandering’. Jullie gaan toch weer niet protesteren, hé?!
Neen, de Flaminganten willen geen verandering in de geest van de jaren ’30, die gesteund waren op de Nationaal Socialistische Heilsleer van de Swastica. Zij willen een verandering van alles wat sedert een eeuw vroeger, in de jaren ’30 van de vorige eeuw, is mislopen voor ons volk.
JaJan Sire, de boemerang is een primitief, maar wel een geducht en dus te mijden wapen. Elk ne Goedendag daar in Laeken! .
Pssst : U noteert toch nog altijd dat wij van het Vlaams Belang niet rusten voor de verandering definitief en on-omkeerbaar in een Nieuwe Grondwet is ingeschreven?  

 

 

(Get)

AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

“Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie””.
 

 

 

Geen opmerkingen: